Een Vlaamse indemniteitsregeling voor kunstbruiklenen?

Buitenlandse kunstwerken die aan Vlaamse musea worden geleend, moeten verzekerd worden tegen eventuele schade en verlies. Voor ambitieuze tentoonstellingen met topwerken loopt die factuur hoog op. Biedt de invoering van een staatsgarantie voor buitenlandse bruiklenen hiervoor een mogelijke oplossing? Wat is de stand van zaken in Vlaanderen? Hoe werkt zo een regeling nu in de praktijk? Wat zijn de risico’s, wat zijn de voorwaarden om op een dergelijke garantie aanspraak te kunnen maken? Wie betaalt wat in het geval van schade?

Het overgrote deel van de Europese landen hanteert al een systeem van staatsindemniteit. Via deze regeling staat de overheid ervoor garant dat de werken die voor een tijdelijke tentoonstelling in bruikleen werden gegeven, in goede staat terug aan de eigenaar zullen worden bezorgd. In geval van schade of verlies van het werk (voorbeeld door brand, diefstal of waterschade), compenseert de garant staande overheid de bruikleengever voor het geleden verlies.

In Vlaanderen lijkt er over de wenselijkheid van een dergelijke regeling op dit moment meer en meer een consensus te groeien. De vragen inzake risicobeheersing, waarschijnlijkheid van grote schadeclaims, de mogelijke repercussies op de begroting en de modaliteiten en voorwaarden van de garantie blijven evenwel nog open. Over dit thema gaat de parallelsessie tijdens het Cultuurforum in Leuven op 23 april e.k. Hans Feys (Kunsten & Erfgoed) brengt de resultaten van een studie die het agentschap Kunsten en Erfgoed in 2012 liet uitvoeren, gevolgd door de presentatie van een proefproject van het KMSKA.

Leon Smets