Leerling-Meester: figuurtekeningen van de Brugse academie in hun context (1757-1892)

In de jaren 1990 werd het tekeningenfonds van de Brugse academie overgebracht naar Musea Brugge. Het gaat om een omvangrijke verzameling werk op papier getekend door leerlingen uit de architectuur- en figuurklassen van de Brugse academie. De oudste tekeningen dateren uit 1757; de recentste dateren uit de 20e eeuw.     

Met het project Leerling-Meester werden de figuurtekeningen uit de jaren waarin de zogenaamde ‘jointe’ (bestuursraad van de academie) actief was, onder de loep genomen. De ‘jointe’ werd opgericht na een brand in de academiegebouwen in 1755 en pas 135 jaar later, in 1892, ontbonden.

De figuurstudies uit deze periode werden verdiepend geregistreerd, onderzocht en ontsloten. Zo voerde Musea Brugge een kwalitatieve inhaalbeweging op het vlak van collectieregistratie. Door de figuurstudies te onderzoeken werd ook inzicht verkregen in het academisch lesprogramma van de 18e en 19e eeuw. De zichtbaarheid van de collectie is vergroot door participatieve deelaspecten, waaronder crowdsourcing, en ontsluiting in IIIF met linked open data.

Projectresultaten

Naar een verdiepende registratie

In het tekeningenfonds van de Brugse academie hadden slechts 433 figuurtekeningen een basisregistratie in de database. Deze basisregistratie werd door de projectmedewerkers Charlotte Virgils en Ellen Soenens (Junior Registratoren) uitgebreid naar een verdiepende registratie (42 velden). Parallel hieraan werden de overige 597 objecten geïnventariseerd en meteen verdiepend geregistreerd. Het gaat hierbij niet enkel om tekeningen gemaakt door studenten aan de academie, maar ook om prenten gebruikt als lesmateriaal. Door deze objecten systematisch te registreren is een compleet beeld gevormd van de deelcollectie Academie uit de periode 1757-1892.

Complementariteit met externe collecties

Om de verdiepende registratie te realiseren werd ingezet op onderzoek vertrekkend uit de objecten. Hierbij werd succesvol samengewerkt met de partners Stadsarchief Brugge, Openbare Bibliotheek Brugge, KASK Gent, KBR en Academie Brugge (DKO).             

Op basis van archiefonderzoek in het Stadsarchief Brugge en de Openbare Bibliotheek Brugge kon voor heel wat tekeningen een ontstaanscontext geschetst worden. Het merendeel van de tekeningen werd gemaakt tijdens wedstrijden. Hierbij werd anoniem gejureerd op basis van een lettersysteem. De concordantielijsten die waren opgesteld, waarbij de namen van leerlingen en hun letters bij elkaar werden geplaatst, bleken uitermate interessant. Onderzoek op deze wedstrijddocumenten, maar ook op andere documenten zoals inschrijvingslijsten en vergaderverslagen, droegen sterk bij aan de verdiepende registratie van de figuurtekeningen.

Naast de ontstaanscontext werd ook de iconografie van de figuurtekeningen onderzocht. Beginnende tekenaars leerden de menselijke figuur te bestuderen door composities van grote meesters te imiteren. De idee was namelijk dat je als leerling kon uitgroeien tot meester door naar ‘ideale’ voorbeelden te tekenen. Denk daarbij aan de antieke vormentaal van klassieke sculpturen, maar ook aan de werken van Charles Le Brun, Michelangelo en Rafaël. In deze onderzoeksfase zijn connecties gelegd met gravures en lithografieën in collecties van partnerinstellingen. Het gaat om modelprenten die gebruikt werden in het academisch onderwijs om via het exact kopiëren, de menselijke figuur te doorgronden. De tekeningen gemaakt in de klassen naar prenten, waar leerlingen hoofden of volledige figuren kopieerden, vormden het vertrekpunt.    

Zowel de Academie Brugge (DKO), KASK Gent en KBR bewaren prenten die gerelateerd kunnen worden met academietekeningen. Bij de verdiepende registratie werden deze connecties opgenomen in het beschrijvingsveld.

Op vraag van Musea Brugge registreerden het KASK Gent en de KBR een selectie van hun collectie academische prenten. Voor de registratie in het KASK werd Inanna Martens als stagiair ondersteund door de projectmedewerkers van Musea Brugge. Beide instellingen hebben hun objecten bij de ontsluiting voorzien van een permalink. Zo kon Musea Brugge bij de ontsluiting meteen ook duurzame links leggen van de figuurtekeningen naar deze collectiestukken. Dit gebeurt middels een verwijzing in het beschrijvingsveld met daarop een permalink naar het gerelateerde object. Daarnaast maken zowel Musea Brugge als KASK Gent gebruik van IIIF-technologie. Op deze manier is het mogelijk om gerelateerde objecten zelfs naast elkaar te bekijken in Mirador (zie ontsluiting).

Directe relaties binnen de eigen collectie

Naast verwijzingen naar externe collecties op objectniveau, werden ook inhoudelijke relaties gelegd op collectieniveau.  Wedstrijdstudies van leerlingen uit eenzelfde klas werden in de database aan elkaar gerelateerd. In de meeste gevallen bleven de studies van de winnaar en de tweede in de ranking bewaard. In uitzonderlijke gevallen kunnen we die ook vergelijken met een tekening gemaakt door een oud-primus die als liefhebber deelnam aan de tekensessie, of zelfs de lager gerangschikte leerlingen (als 3e, 4e of 5e). Deze relaties worden bij de ontsluiting op de collectiepagina weergegeven als verwante items. 

Tijdens zijn directoraat (1765-1775) hield Jan Garemijn het reilen en zeilen van de Academie Brugge bij in persoonlijke notitieboekjes. Hij documenteerde als leraar van de klas naar levend model ook de poses van de lessen en wedstrijden. De figuurtekeningen van leerlingen uit de wedstrijden die in deze periode werden georganiseerd, zijn integraal gelinkt met schetsen in zijn notitieboekjes.

De notitieboekjes zijn met hulp van vrijwilligers getranscribeerd (zie participatie). Ook deze relaties zijn in de database opgenomen en worden op de collectiepagina via verwante items in beeld gebracht.

In het geval er meerdere studies van eenzelfde vervaardiger bewaard zijn, zowel binnen als buiten de deelcollectie Academie, worden deze bij de ontsluiting als gerelateerde items weergegeven. Van sommige vervaardigers hebben we zelfs een compleet beeld van hun afgelegde traject doorheen de opeenvolgende klassen dankzij de wedstrijdstudies die ze maakten. Een concreet leerling-meesterverhaal is uitgewerkt aan de hand van de figuur Joseph Ducq. Hij startte als leerling in de klas naar prenten aan de Academie Brugge en doorliep er de hele opleiding. Vervolgens studeerde hij in Parijs bij Suvée, waarna hij naar Italië trok. Uiteindelijk keerde hij terug naar Brugge, waar hij directeur van de academie werd en als leraar jonge tekenaars opleidt in de tekenkunst. Het afgelegde traject van Ducq als ‘leerling’ en als ‘meester’ werd geïmplementeerd in een touchtafel (zie ontsluiting). Naast zijn academische tekeningen werd een selectie uit Ducq’s oeuvre, dat ook deel uitmaakt van de collectie van Musea Brugge, geïntegreerd in het verhaal.

Miro als hulpmiddel

Om een overzicht te bewaren van het onderzoek en de onderlinge relaties die gaandeweg naar boven kwamen, werd door de projectmedewerkers in Miro gewerkt. Miro biedt de vrijheid om links tussen objecten over collecties heen, maar ook de algemene onderzoeksresultaten op een schematische manier te visualiseren. Naarmate het onderzoek en de registratie van de objecten vorderde, breidde het Miro board steeds verder en dieper uit. Het board kan vooral gezien worden als een werkdocument waaruit nadien ook opdrachten zoals de touchtafel, de inspiratiebundel, lezingen over het project, en de collectiepresentatie konden voortvloeien.

Extra registratie

Dankzij de goede workflow kon een bijkomstig registratieluik toegevoegd worden aan het werkpakket na het voltooien van de verdiepende registratie op de deelcollectie Academie. 170 collectiestukken met academische inslag uit de deelcollecties Ancot en Van Hoorebeke (Prentenkabinet, Musea Brugge) werden geïnventariseerd en verdiepend geregistreerd. Aangezien deze prenten uit eenzelfde tijdperiode stammen, bleek de  extra registratie ook inhoudelijk waardevol en bevorderlijk voor het onderzoek naar de academische figuurtekeningen. Dankzij de reeds opgedane kennis verliep deze registratie erg vlot.

Participatie

Crowdsourceproject ‘Garemijn Ontcijferd’

Binnen het project was er bijzondere aandacht voor het betrekken van vrijwilligers bij de collectieregistratie. Het crowdsourceproject ‘Garemijn Ontcijferd’ werd opgestart om de acht persoonlijke notitieboekjes van Jan Garemijn (1765-1775) te registreren. Musea Brugge bouwde hierbij voort op de opgedane ervaringen van het crowdsourceproject ‘Verrijk De Kijk’. Zo werd er opnieuw gewerkt met het DOEDAT-platform van de Plantentuin Meise. De focus lag in de eerste plaats op het transcriberen van de handgeschreven notities van Garemijn. Daarnaast werd de vrijwilligers gevraagd om de bladzijden te dateren, de afgebeelde poses van het modellen te beschrijven en de gebruikte tekenmedia te benoemen. In totaal ging het om 590 individuele taken.

‘Garemijn Ontcijferd’ werd op 12 november 2022 met een startdag gelanceerd. Het project werd geïntroduceerd en uitgetest door de aanwezige vrijwilligers. Bijgestaan door collega’s van Musea Brugge werden zo de eerste bladzijden beschreven. Vervolgens gingen de vrijwilligers individueel, van thuis uit aan de slag. Een kerngroep van 35 actieve vrijwilligers kon de notitieboekjes in een recordtempo van twee weken volledig transcriberen en beschrijven. Om hen te begeleiden werd een handleiding uitgewerkt met duiding over registratie op DOEDAT. Daarbij werden ook transcriptierichtlijnen uitgeschreven in samenwerking met het Stadsarchief Brugge. Hun expertise op het vlak van bronbeschrijving en vrijwilligerswerk was een meerwaarde. Middels deze samenwerking vond een deel van hun vrijwilligersnetwerk aansluiting bij het crowdsourceproject. Daarnaast werd ook het vrijwilligersbestand van ‘Verrijk de Kijk’ gecontacteerd en sloten nieuwe vrijwilligers aan. Updates over het project werden gecommuniceerd in de vorm van nieuwsbrieven en facebook posts.

Terwijl  de registratie uitzonderlijk snel vooruitging, werd een tussentijdse bijeenkomst georganiseerd om extra transcriptietips te geven. Hoofdarchivaris Jan D’Hondt (Stadsarchief Brugge) gaf een toelichting over geldbedragen in de notitieboekjes en het monetaire systeem in de 18e eeuw. We stelden vast dat vrijwilligers zo meer inzicht kregen in de materie en het handschrift. Daarom deden we een oproep om ingevulde records retrospectief bij te werken en te optimaliseren. 

Na afloop werden de gegevens door de projectmedewerkers gecontroleerd en gevalideerd op DOEDAT. Hierbij bleek dat heel wat ingevulde informatie nog aangepast moest worden om op een uniforme manier in de database in te geven. Het ging vooral om het toepassen van de transcriptierichtlijnen en de beschrijvingen. In februari 2023 werd de dataset in bulk geïmporteerd in Axiell. Bij een laatste controleronde werden de records gefinaliseerd voor ontsluiting. Het resultaat hiervan is te bekijken op www.museabrugge.be/garemijn.

Na het succes van ‘Garemijn Ontcijferd’ wordt verder gebouwd op het bestendigen van banden met vrijwilligers in het Prentenkabinet. Musea Brugge heeft ook de ambitie om bij toekomstige projecten verder in te zetten op crowdsourcing.

Ontsluiting

Digitale ontsluiting

Via de tag Prentenkabinet – Academie is de volledige selectie tekeningen en prenten uit dit project online ontsloten op collectie.museabrugge.be. Elk object is dankzij de verdiepende registratie voorzien van een uitgebreide beschrijving, toont waar mogelijk verwante items of legt linken naar de externe collecties van KASK Gent en KBR. De beelden worden via IIIF ontsloten, waardoor ze van de hoogste kwaliteit zijn en makkelijk gedeeld kunnen worden voor verder onderzoek. Elk geregistreerd object kreeg een CC0-licentie en een IIIF-manifest.             

Dankzij het ecosysteem van Musea Brugge worden de objecten niet alleen op collectie.museabrugge.be getoond, maar ook op erfgoedinzicht.be en vlaamsekunstcollectie.be. Daarnaast werden alle figuurtekeningen en prenten uit de deelcollectie Academie ook gepubliceerd op Wikimedia Commons en Wikidata. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van de deelcollectie Academie internationaal sterk vergroot. 

Collectiepresentatie met touchscreen

De resultaten van Leerling-Meester liggen aan de grondslag van de collectiepresentatie “Oefening baart kunst. De Brugse academie en de lokroep van het buitenland” in het Groeningemuseum (21 september 2023 – 12 maart 2024). De connecties en verhaallijnen die tijdens het onderzoek en de registratie aan het licht kwamen, werden verwerkt in het tentoonstellingsconcept. Een selectie academische figuurtekeningen op zaal illustreert de afgelegde parcours van vier oud-leerlingen van de Brugse academie, nl. Joseph-Benoît Suvée, Augustin van den Berghe, Pieter Goddyn en Jean-Bernard Duvivier. Het jeugdwerk van deze kunstenaars kan verder ook gelinkt worden aan de collectie Brugse Neoclassicisten in het Groeningemuseum. De collectiepresentatie is gerealiseerd in samenwerking met Evelien De Wilde (Conservator Prentenkabinet) en Laurence Van Kerkhoven (Conservator Schilderkunst van Barok tot 1945). De projectmedewerkers waren niet enkel op inhoudelijk vlak betrokken bij het creatieproces, maar ook op vlak van scenografie en publieksbemiddeling.

Er ligt een bijzondere focus op de notitieboekjes van Garemijn, ontsloten via crowdsourcing, met links naar de wedstrijdstudies van zijn leerlingen. Vijf notitieboekjes zijn fysiek aanwezig op zaal. Het oudste notitieboekje (1765-1766) kan op een klein touchscherm naast het portret van Garemijn digitaal doorbladerd worden. Met behulp van een QR-code bij de zaaltekst kan de bezoeker alle notitieboekjes digitaal raadplegen.

https://collectie.museabrugge.be/garemijn

In de collectiepresentatie is er een tweede digitale toepassing die specifiek inzoomt op de Brugse academie en haar geschiedenis. Centraal geeft een groot touchscreen meer context over de academie aan de hand van zeven thema’s: geschiedkundige hoogtepunten; wedstrijden; tekenen naar levend model; tekenen naar sculptuur; tekenen naar prenten; compositiestudies; en de lokroep naar het buitenland.

De touchapplicatie vat de resultaten van het project Leerling-Meester in een notendop samen. Het concept schept de ruimte om objecten over collecties heen samen te brengen. Er worden directe links getoond tussen figuurtekeningen en officiële documenten uit het archiefbestand van de Academie, zoals het reglement uit 1775 en wedstrijddocumenten met naamlijsten van de deelnemende leerlingen. Deze archiefstukken zijn speciaal voor dit project op vraag van Musea Brugge gedigitaliseerd door het Stadsarchief Brugge. Een lijst met vermelding van de getekende gipsen modellen kan bv. gelinkt worden met de tekeningen die de leerlingen van de beelden maakten.

Studiedag

Op 28 september 2023 werd er een studiedag georganiseerd in het Groeningemuseum om de resultaten van het project voor te stellen aan collega-instellingen en belanghebbenden, aangevuld met lezingen over de academies van Brugge, Gent en Antwerpen. Met experts uit het werkveld werd een reflectiegroep gevormd om in dialoog te gaan over verschillende thema’s zoals de keuze voor de gebruikte modellen en technieken in het onderwijs, en het bewaren van academisch erfgoed. Dit moment werd aangegrepen om een netwerk uit te bouwen voor het delen van kennis rond academisch erfgoed in Vlaamse culturele instellingen. Het gevormde netwerk maakt expertisedeling mogelijk. Dit kan verder worden uitgebreid op nationaal en internationaal niveau.

Partnerorganisaties

Samenwerking met de Academie Brugge DKO

In samenwerking met de Academie Brugge DKO werd een educatief pakket ontwikkeld in de vorm van een inspiratiebundel. Dit format vindt aansluiting bij de doelstellingen in het onderwijsplan van het DKO met centrale concepten als ‘creativiteit’ en ‘experimenteren’. De bundel werd vormgegeven op basis van gesprekken en discussies tijdens contactmomenten en brainstormsessies met het directie- en lerarenteam. De figuurtekeningen vormen telkens de basis bij de zoektocht naar aanknopingspunten tussen verleden en heden. De inspiratiebundel kan door de leraren van het DKO gebruikt worden om de resultaten van Leerling-Meester naar eigen inzicht te verwerken in hun lessen. Het spreekt voor zich dat ook de ontsluiting van de figuurtekeningen een ideaal uitgangspunt vormt voor leerlingen en leraren om de collectie in al haar veelzijdigheid te ontdekken. De collectiepagina met beelden in IIIF werkt hierbij als een overkoepelende inspiratiebron.

Dankzij deze samenwerking zijn duurzame relaties opgebouwd die we blijven onderhouden. Zo werd alvast besloten dat het DKO jaarlijks aan haar (nieuwe) leerlingen de kans wil bieden om de geschiedenis van hun academie te ontdekken in samenwerking met Musea Brugge. Dit kan in de vorm van een lezing, maar ook door bezoeken aan het Prentenkabinet en het Groeningemuseum. Vanaf 2025 zal in het onderzoekscentrum BRON een consultatieruimte zijn waar grote groepen makkelijk kunnen ontvangen worden. Dit nodigt de leraren uit om met hun leerlingen de academische collectie niet alleen online, maar ook fysiek te ontdekken en raadplegen.

DANK aan alle partners

Koninklijke Bibliotheek Brussel (KBR), Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent (KASK), Academie Brugge DKO, VKC en meemoo, Stadsarchief Brugge, Openbare Bibliotheek Brugge, De Plantentuin Meise voor het beheer van het ‘DoeDat’ platform, en KMSKA.

Leden stuurgroep

Intern Musea Brugge

  • Anne Van Oosterwijk, directeur Collectie
  • Evelien De Wilde, conservator Prentenkabinet
  • Laurence Van Kerkhoven, conservator Schilderkunst Barok tot 1945
  • An Verbruggen, senior registrator
  • Joeri Steegmans, Digital Contentmanager
  • Charlotte Virgils, projectmedewerker
  • Ellen Soenens, projectmedewerker
  • Katrien Steelandt, coördinator e-cultuur

Externe partners

 DKO Academie Brugge

  • Joost Goethals
  • Philip Serbruyns
  • Danielle Wuyts

In Flanders Fields

  • Dominiek Dendooven

KBR

  • Joris Van Grieken

meemoo

  • Lise Ruts
  • Astrid Vergauwe

Plantentuin Meise

  • Sofie De Smedt

Plantijn Moretus

  • Willemijn Stammis

RKD

  • Eva Geudeker

Stadsarchief Brugge

  • Dieter Viaene

UA

  • Tine D'haeyere
  • Ulrike Müller

VKC

  • Pascal Ennaert

Praktische info

Looptijd van
Looptijd tot
Organisatienaam
Musea Brugge
Contactpersoon
Katrien Steelandt
Evelien De Wilde
Adres
Dijver 12
8000 Brugge
Telefoon
050 44 87 96
Financieringsbron(nen)
  • Vlaamse Overheid, Vierde inhaalbeweging digitale collectieregistratie 2021
  • Musea Brugge / Stad Brugge

Andere projecten