Het eerste werkpunt van het project was het vastleggen van een inventarisatiestrategie, het koppelen van de thesaurus ‘objectnamen’ met de Art & Architecture Thesaurus (AAT) en het verdiepen van de kennis over privacy- en auteursrechten.

• De inventarisatiestrategie bestond uit vier onderdelen: een depotonderzoek om de deelcollectie te vervolledigen, een waarderingsonderzoek, een persoonsonderzoek en de eigenlijke registratie. Het depotonderzoek breidde de collectie uit naar 2.640 objecten van 630 personen. Vervolgens categoriseerde het waarderingsonderzoek de collectie naar waarde voor het collectieprofiel. Daarna leverde het persoonsonderzoek, gebaseerd op historische bronnen en collectie-interviews, nieuwe data op. Die nieuwe collectiedata werden geregistreerd in Axiell. Als onderdeel van de inventarisatiestrategie publiceerde het museum profielen op CEST over medailles, trench art en funerair erfgoed.
• Het doel in verband met de thesaurus werd opgeschaald naar een gezamenlijk traject met het In Flanders Fields Museum. Het resultaat daarvan is een opgekuiste thesaurus en afspraken rond specifieke termen die nog niet met de AAT te koppelen zijn. De methode en resultaten zijn vervolgens gepubliceerd op CEST.
• De aandacht voor privacy- en auteursrechten resulteerde in een betere kennis over het onderwerp en een juridisch kader (DPIA en contractenbundel) voor mondelinge geschiedenis. Daarbij werd het museum geholpen door het Red Star Line Museum en Archief Gent.

Het tweede en derde werkpunt draaiden rond de digitalisering van 2D- en 3D-objecten. Het museum slaagde erin om de achterstand met betrekking tot de technische kennis rond objectfotografie weg te werken en een permanente fotostudio uit te bouwen. Het project produceerde 7.289 afbeeldingen van 2.665 objecten. Dat getal omvat voor- en achterkanten en alternatieve perspectieven. Voor inhoudelijke kennis werd het museum geholpen door KOERS, CO7 en de fotograaf-vrijwilligers van het museum. Ten slotte werd er een oplossing gevonden (gepubliceerd op CEST) om raadpleegbestanden in bulk automatisch naar de juiste map op de server te verplaatsen.

Werkpunt vier en vijf hielden de doorgedreven registratie op basis van de hierboven beschreven inventarisatiestrategie en data-opschoning in. Het project is erin geslaagd om de minimale registratie van de deelcollectie weg te werken. De registratiekwaliteit (bv. de gedetailleerdheid van de beschrijvingen) was afhankelijk van de resultaten van het waarderingsonderzoek. Aan een object met een hogere waardecategorie werd meer tijd besteed. Zo hebben 635 van de 2.640 van de objecten een diepgaande registratie ondergaan.

Door aangepaste projectplanning werd het zesde werkpunt, ontsluiting, ingekort. Erfgoedinzicht toont vernieuwde registratie, maar nog niet de nieuwe foto's. 86 relevante persoonsverhalen zijn ontsloten op de personendatabank 'Passchendaele Archives' en zijn open beschikbaar en downloadbaar. Het museum verkreeg onder dit werkpunt meer ervaring met Wikimedia Commons. Vanwege de inkorting besliste het museum om het project op eigen kosten te verlengen tot en met maart 2024.

Het laatste werkpunt richtte zich op het faciliteren van hergebruik. Het museum verkende een nauwere samenwerkingspiste met betrekking tot persoonsdatabanken. De gegevens van de personendatabank zijn alvast open beschikbaar. Ten slotte nam de projectmedewerker deel aan het OSLO-traject van meemoo, wat leidde tot een usecase, een transformatieplan en mapping voor geografische  en persoonsgegevens via Linked Open Data. De resultaten zijn gepubliceerd op CEST.