Hub! Van depot naar digicollectie

Hub! Van depot naar digicollectie maakte deel uit van de inhaalbeweging digitale collectiedata, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Het project liep van januari 2021 tot december 2023. Hub! zette actief in op de registratie, digitalisering en ontsluiting van gegevens als (linked) open data en beelden via IIIF. Hiermee werd een belangrijke stimulans gegeven aan de uitbouw van de nieuwe collectiehub BRON, zowel fysiek als digitaal. Het project situeerde zich binnen het Prentenkabinet van Musea Brugge en omvat twee grote deelcollecties: de deelcollectie Van Hoorebeke en de langdurige bruiklenen van de Stichting Jean van Caloen. Beide bestaan uit prenten, tekeningen, albums en gebonden werken. Doorheen het driejarig project is op basis van de geselecteerde deelcollecties en andere stukken uit het Prentenkabinet ook een onderzoekstraject uitgerold voor de ontsluiting van gebonden werk op papier. Dit traject werd afgerond met een registratie- en ontsluitingsrichtlijn en vijf digitaal ontsloten casestudies. De focus van jaar 1 van het project was gericht op de prentenverzameling Van Hoorebeke. Jaar 2 concentreerde zich op de tekeningen van de Stichting Jean van Caloen en jaar 3 enerzijds op het afronden van de ontsluiting van albums en gebonden werken op papier en anderzijds op de finishing touches en ontsluiting van de twee deelcollecties. In totaal werden meer dan 5000 records geregistreerd in het kader van het project.

Projectresultaten

Projectresultaten

  1. Registratie en conservatie
    1. Prentenverzameling Guy Van Hoorebeke

In 2014 heeft Musea Brugge de grafiekcollectie van de bekende Brugse prenthandelaar en -verzamelaar Guy Van Hoorebeke verworven als gedeeltelijke aankoop en schenking. De collectie bestaat uit diverse prenten, te dateren van de 16de eeuw tot de 21ste eeuw. De kunstbibliotheek van Van Hoorebeke werd hierbij ook overgebracht naar het Prentenkabinet Musea Brugge. In het jaar 2015-2016 werden de hoogtepunten van de collectie Van Hoorebeke tentoongesteld in het Arentshuis. De resultaten van het onderzoek voor deze tentoonstelling, evenals een interview met Guy Van Hoorebeke, zijn gedocumenteerd in een speciale editie van het Museumbulletin van Musea Brugge, getiteld "inDRUKwekkend" (37ste jaargang, januari-maart 2017).

Aanvankelijk werd gedacht dat de collectie ongeveer 2100 prenten omvatte. Vanwege de omvang van de aanwinst kon ze niet meteen volledig geregistreerd worden., Dankzij dit project kon , een inhaalbeweging gebeuren waardoor de verzameling volledig geïnventariseerd kon worden. In het begin van Hub! lag de focus bijna uitsluitend op de registratie en digitalisering van deze prentenverzameling. Naarmate de registratie van de prenten vorderde, bleek de oorspronkelijke schatting te laag. Ondertussen weten we met zekerheid dat de collectie meer dan 3100 losse prenten omvat. In het kader van dit project zijn alle prenten geregistreerd volgens de beschrijvingsregels voor het documenteren van erfgoedobjecten zoals verduidelijkt in het Invulboek Objecten. Alle objecten hebben minstens een basisregistratie gekregen, waar mogelijk aangevuld met bijkomende informatie zoals opschriften, onderlinge relaties, relevante literatuur en details over de vervaardigers. In tegenstelling tot andere objectsoorten kunnen er immers veel mensen betrokken zijn bij de productie van een prent. Naast de prentmaker is er vaak sprake van een ontwerper, een uitgever, een drukker en eventueel een schrijver. Onderzoek naar de prenten gebeurde in eerste plaats op basis van de collectiedocumentatie en beschikbare literatuur, maar ook collectievensters van collega-instellingen zijn onmisbare bronnen om de objecten correct te registreren.

De werken op papier werden tegelijkertijd met het registratietraject voorzien van een betere bewaring. De collectiezorger papieren erfgoed voorzag de losbladige werken van zuurvrije passe-partouts of omslagen en plaatste ze indien van toepassing in een zuurvrije doos. Deze preventieve ingrepen gaan het verval van het object tegen. Waar nodig werden behandelingen zoals droogreiniging, stabilisatie of het verwijderen van tape- en lijmresten uitgevoerd.

Album met losse portretten uit de 16de en 17de eeuw.
https://www.museabrugge.be/collection/work/id/2014_GRO0019_III

    1. Tekeningcollectie van de Stichting Jean van Caloen

Musea Brugge sloot in juni 2022 een beheerovereenkomst met de Stichting Jean van Caloen voor de tekeningencollectie verzameld door baron Jean van Caloen. Deze indrukwekkende verzameling omvat meer dan 1900 unieke tekeningen en 44 schetsboeken, variërend van de late 16de tot de 20ste eeuw. De collectie herbergt vele meesterwerken van onder andere de Belgische, Nederlandse, Franse en Italiaanse scholen. Een aantal tekeningen heeft ook een connectie met Brugge of andere werken die al in het Prentenkabinet aanwezig zijn. Tussen 17 en 22 mei 2022 werd de overdracht feestelijk ingeluid met een kleine presentatie van zeven topstukken uit de collectie. Absoluut hoogtepunt van de verzameling is de verbluffende De Steniging van de heilige Stefanus van Michelangelo Buonarroti. Het is de enige tekening van de beroemde Italiaanse renaissancekunstenaar die bewaard wordt in België.

Een goed beheer van deze collectie vereist een zo accuraat mogelijke registratie in het collectiesysteem van Musea Brugge, niet in het minst om de actuele standplaats te kunnen bewaren. Als vertrekpunt voor de registratie waren er geen digitale objectdossiers of bestanden voorhanden. In Loppem waren wel papieren objectfiches opgemaakt voor alle tekeningen. Een aantal tekeningen hadden uitgebreidere objectdossiers en waren o.a. gepubliceerd in Keuze uit de Vlaamse en Hollandse tekeningen van de Stichting Jean van Caloen, door Cécile Kruyfhooft e.a. (Delineavit et sculpsit 1997), in kunsthistorische tijdschriften of in tentoonstellingscatalogi. Op basis van gescande objectfiches is er gewerkt aan een grootschalig importsjabloon om alle objecten in één beweging in het collectieregistratiesysteem in te voeren. Alle tekeningen werden voorzien van een nieuw inventarisnummer op basis van een concordantielijst, maar ook het oude VCL nummer (van de Stichting Jean van Caloen) werd als alternatief objectnummer aan het record gekoppeld. Na import werden de ontbrekende gegevens aangevuld, waaronder een beschrijving, conditietoestand en de opschriften. De semi-automatisch ingevoerde gegevens moesten tegelijkertijd ook gecontroleerd, aangepast en geactualiseerd worden. Dit proces moet op het moment van schrijven voor 25% van de tekeningen nog gebeuren. Na de overdracht in juni 2022 volgde immers nog een addendum van 214 tekeningen, bovenop de oorspronkelijke overdracht. Zij waren nog niet bestudeerd en hadden geen fiches. Wanneer deze stap voltooid is, zal de collectie aan een globale analyse onderworpen worden, waarna de objecten klaar zullen zijn om gepubliceerd te worden.

Ook deze werken op papier werden tegelijkertijd met het registratietraject voorzien van een betere bewaring in de vorm van zuurvrije passe-partouts, zuurvrije omslagen en zuurvrije dozen. Deze behandelingen werden meteen na de overdracht van de collectie opgestart door de collectiezorger papieren erfgoed, bijgestaan door enkele vakkundige, ervaren vrijwilligers.

    1. Albums en gebonden werken op papier

Eén van de aandachtspunten binnen het project was de aanpak van gebonden werk op papier, zoals prentenalbums, schetsboekjes, plakboeken, kunstbundels, etc. De collectie van Musea Brugge omvat een groot aantal van dit soort werken , maar de registratie ervan gebeurde tot nu toe sporadisch en niet volgens vaste standaarden. De ontwikkelde richtlijn en ontsloten casestudies zijn gepubliceerd op het kennisplatform CEST.

De verschillende partners voor dit onderdeel, Museum M, Hof van Buysleyden en Musea Brugge, waren oorspronkelijk van plan om algemene, op elkaar afgestemde richtlijnen op te stellen voor oude drukken, albums en gebonden werken. De aard van het culturele erfgoed in de verschillende instellingen bleek echter te uiteenlopend te zijn. Voor Musea Brugge waren er voor aanvang van het project geen concrete richtlijnen voor de registratie van albums of gebonden werk op papier. Een voorlopige aanpak werd ontwikkeld en getest met een notitieboekje van Jan Garemijn Dit is één van de acht schetsboekjes van de voormalig directeur van de Academie Brugge waarin Garemijn de poses van modellen tekende en allerlei notities maakte - de stukken werden op paginaniveau geregistreerd, via crowdsourcing getranscribeerd en ontsloten in kader van het subsidieproject ‘Leerling – Meester’. In het derde jaar van het project werden vervolgens nog vier extra gebonden werken als testcases geregistreerd. De gekozen objecten hadden telkens een andere opbouw om zo verschillende situaties te onderzoeken.

De registratiemethode richt zich op het onderscheid tussen koepel- en deelrecords, waarbij het koepelrecord het geheel (het boekje of het album) vertegenwoordigt en de deelrecords individuele pagina's, prenten of andere onderdelen aanduiden. Fotografie, naamgeving en registratie volgen specifieke regels om duidelijkheid te bieden over de relatie tussen objecten. Zo wordt er bijvoorbeeld gewerkt met een suffix in de inventarisnummering. De platten zijn individueel aangeduid, als ook de pagina’s in recto en verso. De koepel- en deelrecords zijn met elkaar verbonden op basis van relaties, ‘heeft als deel’ of ‘is deel van’. De IIIF Presentation API wordt gebruikt om objecten integraal en doorbladerbaar te tonen. Het was erg belangrijk voor ons om de originele en gehele toestand van het object te kunnen delen, met de nuance dat grote aantallen blanco’s niet allemaal gefotografeerd worden maar wel aangegeven en beschreven.

De gebonden weken op papier binnen de twee deelcollecties werden indien nodig herverpakt in een zuurvrije karton om ze veilig te stellen voor verdere degradatie.

https://www.museabrugge.be/collection/work/id/1990_GRO0029_II_21

  1. Digitalisering
    1. Fotografie

Voor de fotografie werd beroep gedaan op een externe fotograaf. Gedurende de drie jaren van het project werden per jaar telkens 10 dagen voorzien om fotografie van de prenten, tekeningen en gebonden werken te doen in het Prentenkabinet van Musea Brugge. Als digitale beeldstandaarden werden de Metamorfoze light richtlijnen van de Richtlijnen Preservation Imaging Metamorfoze[1] gehanteerd. In het algemeen liep de fotografie erg vlot. De objecten per formaat fotograferen bleek de beste methode te zijn, zodat de cameraopstelling niet telkens aangepast moest worden. Er is immers veel variatie in de afmetingen van de objecten. Dit gaat soms van enkele centimeters tot meer dan twee meter. Indien relevant werd ook telkens de keerzijde of verso van de werken op papier gefotografeerd.

Alle objecten in de twee deelcollecties werden gefotografeerd, wat resulteerde in bijna 7000 foto’s. Deze beelden werden integraal op het DAM van Musea Brugge geplaatst. Dit is de opensource software ResourceSpace en maakt deel uit van het VKC-ecosysteem. Hier wordt relevante metadata uit de afbeeldingen gelezen en krijgen deze gegevens een eigen veld(engroep). Daarnaast wordt ook handmatig informatie toegevoegd aan de resources, waaronder het inventarisnummer van de afgebeelde object. Op basis van dit inventarisnummer kunnen gegevens uit Axiell geïmporteerd worden. Zo kunnen deze afbeeldingen ook op basis van deelcollectie, titel, type, beschrijving etc. gevonden worden.

                

  1. Ontsluiting

3.1. (Linked) Open Data

Musea Brugge streeft ernaar haar collectie maximaal toegankelijk te maken via open data. Om dat mogelijk te maken doorliepen we in het kader van dit project de richtlijnen van CEST in vier stappen. In eerste plaats kregen alle objecten binnen de collectie, dus niet enkel de twee deelcollecties van het Prentenkabinet, een unieke persistente URI. Indien nodig werd deze URI resolved door middel van de CultURIzetool van meemoo. Ten tweede werden intellectuele eigendomsrechten per object bepaald binnen de deelcollecties. Musea Brugge nam deel aan het DO IT! project van meemoo, dat focuste op het gebruik van de Publiekdomeintool. Dit is een tool die op basis van een match met wikidata entities of, indien die niet bestaan, op basis van persoonsgegevens en vervaardigingsdata, de auteursrechtenstatus van een werk kan bepalen. Dit proces is doorlopen met de prentenverzameling Van Hoorebeke, een interessante casus omdat er zich ook veel moderne grafiek in deze collectie bevindt. De resultaten van het project zullen in 2024 opgenomen worden in het collectiebeheersysteem. Dit zal gepaard gaan met een analyse van de auteursrechtenstatus van praktisch alle werken in de collectie van Musea Brugge, een grote oefening.

De derde stap is het machine-uitwisselbaar maken van de collectiedata. Dit gebeurt in de datahub binnen het VKC-ecosysteem. Hier worden objectgegevens, afkomstig uit Axiell Collections, opgeslagen in LIDO-XML formaat en verrijkt met koppelingen aan de hand van databases zoals RKD en AAT. De vierde stap is het voorbereiden van collectiedata voor het web. Het mag niet verbazen dat er onregelmatigheden zijn opgetreden in de registratie, aangezien de eerste records binnen de deelcollectie Van Hoorebeke bijna 10 jaar geleden werden geregistreerd. Daarnaast hebben er in de periode van drie jaar gedurende het project meer dan 10 registrators in het registratiesysteem bijdragen geleverd aan de deelcollecties. Door analyse van de data vooraf aan publicatie konden deze zaken opgespoord en vervolgens genormaliseerd worden.

Gegevens in de datahub zijn volledig herbruikbaar voor derden en zijn daartoe beschikbaar via OAI-PMH. Ontsloten objecten zijn in de eerste plaats raadpleegbaar op de collectiepagina van Musea Brugge. Objectafbeeldingen van werken waarvan de intellectuele eigendomsrechten verstreken zijn, worden gepubliceerd via de Creative Commons (CC0) licentie.

Zoals gezegd worden linken gelegd in de datahub; helaas ontbreekt op dit moment de auteursrechtenstatus voor vervaardigers nog in het eigen collectiebeheersysteem, Axiell Collections. Op basis van de resultaten van DO IT! kunnen we voor de vervaardigers in de deelcollectie Van Hoorebeke deze linken in de nabije toekomst wel toevoegen. Wat betreft typologie van de objecten binnen het project werd vooral beroep gedaan op de AAT thesaurus, meer specifiek Nederlandstalige versie. Deze verwijzingen zijn wel telkens opgenomen in de thesaurus die gehanteerd wordt in ons collectieregistratiesysteem.

3.2. Valorisatie en IIIF

Delen van de deelcollecties uit dit project met een zo divers mogelijk publiek en en met onderzoekers is van het begin af aan een belangrijk aspect geweest. De publicatie van zowel beeld als metadata gebeurde op verschillende platformen, waaronder de eigen collectiepagina, de arthub van VKC, op erfgoedinzicht en erfgoedbrugge en tot slot op wikidata en wikimedia. De collecties zullen vanaf 2025 ook fysiek en digitaal raadpleegbaar zijn in het nieuwe onderzoekscentrum BRON.

Bij de uitrol van het VKC-ecosysteem was voorzien dat alle ontsloten afbeeldingen via IIIF raadpleegbaar zijn. Op de huidige collectiepagina, ontworpen door Glue, wordt daartoe gebruik gemaakt van de Mirador-viewer. Om objecten en in het bijzonder gebonden werken zo goed mogelijk te kunnen tonen zijn verschillende opwaarderingen aan deze viewer uitgevoerd. Onder andere een rotatiefunctie, mogelijkheid om helderheid en contrast in te stellen, spiegelfunctie en boekweergave zijn intussen toegevoegd.

Raadpleeg hier de prentenverzameling Guy van Hoorebeke en de tekeningcollectie van de Stichting Jean Van Caloen.

  1. Partners

Musea Brugge uit haar dank aan alle partners van het project, in geen specifieke volgorde: Vlaamse Kunstcollectie, meemoo, FARO, Museum M, Museum Hof van Busleyden. Daarnaast ook bedankt aan alle collega’s die bijdroegen aan het project: Jutta Aendenboom, Kim Buitenhuis, Marthe De Groote, Lotte De Jonghe, Evelien De Wilde, Joeri Steegmans, Katrien Steelandt, Sigrid Torfs,  Sarah Van Ooteghem en An Verbruggen.

[1] Hans Van Dormolen, Metamorfoze Preservation Imaging Guidelines Image Quality, version 1.0, January 2012.

Partnerorganisaties

Musea Brugge uit haar dank aan alle partners van het project, in geen specifieke volgorde: Vlaamse Kunstcollectie, meemoo, FARO, Museum M, Museum Hof van Busleyden. Daarnaast ook bedankt aan alle collega’s die bijdroegen aan het project: Jutta Aendenboom, Kim Buitenhuis, Marthe De Groote, Lotte De Jonghe, Evelien De Wilde, Joeri Steegmans, Katrien Steelandt, Sigrid Torfs,  Sarah Van Ooteghem en An Verbruggen.

Praktische info

Looptijd van
Looptijd tot
Organisatienaam
Musea Brugge
Contactpersoon
Joeri Steegmans
Katrien Steelandt
Evelien De Wilde
Adres
Dijver 12
8000 Brugge
Telefoon
050 44 87 96
Financieringsbron(nen)
  • Vlaamse overheid
  • Stad Brugge

Andere projecten

Met dit project wil Design Museum Gent de tweede fase realiseren van een noodzakelijke inhaalbeweging ...

Het team van V&A organiseerde deze cursus voor het eerst. Bedoeling was om museumcollega’s van ...

Albast, luxueuzer dan goud en zacht als fluweel, was een erg populair materiaal in de ...