Hoe overbruggen we de kloof tussen opleiding en arbeidsmarkt?

foto stoelen door Jonathan Sommereyns

In dit blogbericht maken we kort de balans op van de relatie tussen de erfgoedsector en het hoger onderwijs. We nodigen u meteen ook uit om verder te discussiëren over hoe erfgoedprofessionals van de toekomst kunnen worden opgeleid. Onze studiedag van 9 november staat voluit in het teken van alternatieve opleidingstrajecten die werken en leren combineren.

Hoe worden vakmensen van de toekomst gevormd? Het traditionele antwoord op deze vraag luidt: in het (hoger) onderwijs. En dat is meteen ook de reden waarom het traject Erfgoedgeleerden de voorbije jaren sterk heeft ingezet op het bouwen van bruggen met bestaande opleidingen. Maar ondanks alle goede wil, moet de sector blijven vaststellen dat de bestaande opleidingen onvoldoende voorbereiden op de arbeidsmarkt. Ook veel pas afgestudeerden ervaren een grote kloof tussen hun opleiding en het werkveld.

Uiteraard komt dit in de eerste plaats omdat er voor heel wat erfgoedspecifieke taken geen opleidingen bestaan. Er zijn de voorbije jaren zelfs opleidingen verdwenen. En helaas zullen rationaliseringen en besparingen deze situatie niet meteen verbeteren. Bovendien zijn er een aantal fundamentele zaken die de vorming van professionals in het onderwijs in de weg staan:

  • Opleidingen in het hoger onderwijs zijn vaak disciplines: ze vormen mensen om op een bepaalde manier naar de wereld te kijken. Afgestudeerden krijgen kritische zin en een bepaald perspectief mee, wat uiteraard bijzonder waardevol is, maar niet altijd direct handvatten biedt voor de beroepspraktijk.
  • Erfgoed is bij uitstek een interdisciplinair domein dat naast conceptuele ook materiële en sociale aspecten heeft. Er is bovendien het spanningsveld tussen heden en verleden. De huidige opleidingen kunnen dit hybride karakter van erfgoed niet altijd voldoende vatten.
  • Opleidingen in het hoger onderwijs leiden doorgaans op tot onderzoekers. Dit is één belangrijk vakdomein in erfgoedland, maar er zijn er andere waarvoor de studenten minder goed zijn voorbereid.
  • Opleidingen in het hoger onderwijs zijn doorgaans generiek van karakter en gericht op grotere groepen studenten.
  • Opleidingen in het hoger onderwijs duren maximaal vier jaar en bieden slechts beperkt ruimte voor stages en praktijkervaring. Vakmanschap daarentegen ontwikkelt zich traag en op langere termijn.


Moeten we het niet over een andere boeg gooien? Waarderen dat opleidingen in het hoger onderwijs een algemeen kader bieden? Dat ze een vertrekpunt zijn waarna een individuele reis start naar verdere ontwikkeling? Moeten we daarom niet vooral investeren in het opleiden van jong talent op de werkvloer zelf? Bijvoorbeeld via specifieke stagesystemen, wisselleren of aparte trajecten voor talentontwikkeling?

Voorbeelden als het Skills for the future-project in het Verenigd Koninkrijk tonen aan dat deze piste heel wat mogelijkheden biedt en de kloof tussen de opleiding en de werkvloer kan overbruggen. Op onze studiedag komen twee Britse erfgoedorganisaties vertellen hoe zij dit traject hebben ervaren en wat de meerwaarde voor hen was.

Hoe kunnen we daar in Vlaanderen tijd (en geld) voor vrijmaken? Op 9 november leggen we een groot aantal opties aan u voor. Discussieer mee en schrijf u nu in!

foto: FARO / Jonathan Sommereyns

Jacqueline van Leeuwen
Erfgoedgeleerden
vakmensen
vakmanschap
Studiedag