Het Brabants trekpaard, Held van het Pajottenland

In het schilderachtige dorpje Vollezele, gelegen in het westen van het Pajottenland, staat op het marktplein een standbeeld van een machtig dier. Het stelt ‘Brilliant’ voor, een van de beroemde stamvaders van het Belgisch trekpaard – in de volksmond het Brabants trekpaard of Brabander. Monumenten van dieren zijn niet bijster dik gezaaid. Welke geschiedenis schuilt er achter dit monument?

De wortels van het Brabants trekpaard liggen in het Pajottenland, meer bepaald in het dorpje Vollezele. In het midden van de 19e eeuw had men door de opkomst van de industriële revolutie zowel in West-Europa als in Noord-Amerika sterke paarden nodig met een betrouwbaar karakter om zware machines en schepen te trekken. In heel Europa werden kampioenschappen georganiseerd en diverse rassen werden gekruist in de zoektocht naar een paard dat uitblonk in kracht, vriendelijkheid en elegante souplesse. Ons land had in die periode al een uitstekende reputatie wat betreft de paardenfokkerij, maar men besefte dat met de promotie van een uniform type trekpaard de kansen op export sterk zouden kunnen stijgen.

Kolossen, Grijzen en Dikken

Remi Vanderschueren, zelf afkomstig uit de Denderstreek, vestigde in 1869 zijn stoeterij in Vollezele in de Repingestraat, de Haras de Vollezele, en kruiste drie rassen: de zogenaamde ‘Grijzen uit de streek van Nijvel’ en de ‘Kolossen uit de Mahaignestreek’ in de Ardennen met de ‘Dikken uit de Denderstreek’. Het resultaat? Het Brabants trekpaard. Dit ras zou het kleine Vlaams-Brabantse dorpje Vollezele op de wereldkaart zetten. Het Brabants trekpaard zou weldra uitgroeien tot het meest gevraagde werkpaard en een van de grootste exportproducten van het jonge België.

Vollezele was centraal gelegen in de Dendervallei en werd al snel de spil van de handel in Brabantse  trekpaarden. Aan het begin van de 20e eeuw werd het Brabants trekpaard geëxporteerd naar heel Europa en zelfs ver daarbuiten. De piek van deze wereldhandel situeert zich in het interbellum, toen België zo’n 250.000 in het stamboek ingeschreven trekpaarden kende, waarvan er jaarlijks zo’n 30.000 werden uitgevoerd. Op dat ogenblik kende het Brabants trekpaard zijn glorieperiode en lag het aan de basis van de welvaart van de toenmalige agrarische sector.

Welk beroemd of verdienstelijk dier of ras stel jij voor op Erfgoeddag?


Praktische info
:
Wil je meer weten over de geschiedenis van het Brabants trekpaard? Of hoe het komt dat Amerikaanse paardenliefhebbers zonder uitzondering 'Vollezele' kennen? Bezoek dan het Museum van het Belgisch Trekpaard, gesticht door Philippe van Dixhoorn, afstammeling van de oorspronkelijke fokkers en opgegroeid tussen de trekpaarden. Het museum is gevestigd in het voormalige gemeentehuis van Vollezele, met het standbeeld van Brillant van Ron Deblaere als overbuurman.

Alle info over het museum vind je op de website van het Museum van het Belgisch Trekpaard.
Oudstrijdersplein, 1570 Vollezele. Tel. +32 (0)55 60 32 98

Je leest ook meer over de geschiedenis en allerhande toeristische arrangementen in de brochure die je hieronder als pdf kan ophalen. Nog meer paardenplezier? Surf dan naar www.toerismevlaamsbrabant.be/paardentoerisme voor meer dan 670 km ruiter- en menplezier in Vlaams-Brabant. Meer lezen? Bestel de gratis publicaties via www.toerismevlaamsbrabant.be/publicaties.

Afbeeldingen:
(bovenaan) Albion d’Hor, de Belgische kampioen in 1923. Albion vererfde sterk de kleur bruinschimmel met een dynastie van superieure nakomelingen. (c) R. Spiessens
(onderaan, van links naar rechts en van boven naar onder) Avenir d’Herse op bezoek bij koning Albert I. Dit was een uitzonderlijk grote en forse zoon van Albion d’Hor, van 1927 tot 1932 beste fokhengst. (c) R. Spiessens. Daarnaast de voshengst Brillant, geboren in 1868, zoon van Orange I, internationaal kampioen in Parijs, Londen en Amsterdam. Daaronder een foto van een merrie met veulen (c) Papiermolen van Herisem.

 

Vrije tags
Helden
dieren
ondernemerschap
monumenten