Emile Verhaeren en zijn helden

De Vlaamse Franstalige dichter Emile Verhaeren (1855-1916) kan zonder al te veel moeilijkheden gezien worden als een  ‘literaire held’ –een schrijver die met kop en schouder boven zijn tijdgenoten uitsteekt. Zijn werk werd vertaald in alle grote wereldtalen, hij werd ook geportretteerd door talloze kunstenaars en maakte literaire tournees maakte tot in Rusland. Hij werd voorgedragen voor de Nobelprijs, kreeg verschillende standbeelden én zelfs twee musea gewijd aan zijn figuur: het ene in Sint-Amands en het andere in Roisin. Het toeval wil dat deze ‘held’ in 1908 ook nog een bundel geschreven heeft met de welluidende titel Les Héros.

No more heroes                                                     

Het was 1977 - ik herinner het mij nog goed - The Stranglers brachten een LP uit met de onheilspellende titel: No more heroes. Gedaan met de helden. Verstoten van hun voetstuk. Het was genoeg geweest. Sindsdien leef ik zo wat met de idee dat het begrip 'helden' volstrekt verleden tijd was. Helden: een begrip dat nog hooguit van toepassing was op de gesneuvelde soldaten uit de wereldoorlogen: Aan onze helden / À nos héros. Als historicus heb ik altijd een zekere reserve gehad tegenover het gebruik van dit begrip omdat het eigenlijk haaks staat op een kritische, wetenschappelijke benadering. Een held draagt hoe dan ook een ideaalbeeld met zich mee en de historicus probeert dit maar al te graag bij te stellen, soms zelfs onderuit te halen. Een held heeft nu eenmaal ook zijn kleine kantjes. En zie, na al die jaren lijkt het begrip terug van weggeweest. In de pers wordt het te pas en te onpas gebruikt en ook de Erfgoeddag van 2012 werd opgezet rond het thema van de held.

Een literaire held

Als conservator van een literair museum gewijd aan de figuur van de Vlaamse Franstalige dichter Emile Verhaeren was het niet zo moeilijk om zich in het thema in te passen. Verhaeren kan immers ook bekeken worden als een “literaire held”, als een schrijver die er met kop en schouder boven uitsteekt: iemand die vertaald werd in alle grote wereldtalen, die geportretteerd werd door talloze kunstenaars, die literaire tournees maakte tot in Rusland, die voorgedragen werd voor de Nobelprijs, die verschillende standbeelden kreeg en zelfs twee musea gewijd aan zijn figuur: het ene in Sint-Amands en het andere in Roisin. Het toeval wil dat onze 'held' in 1908 ook nog een bundel geschreven heeft met de welluidende titel Les Héros.

De helden van Verhaeren

Sinds 1904 was Verhaeren begonnen met een reeks waarin hij Vlaanderen wilde vatten als een geheel: Toute la Flandre. Na de eerste bundel Les Tendresses premières (1904), publiceerde hij vervolgens La Guirlande des Dunes (1907), Les Héros (1908), Les Villes à Pignons (1910) en Les Plaines (1911). De reeks kan zonder meer gelezen worden als een ode aan zijn volk en aan zijn land. De achterliggende idee was dat er zich in Vlaanderen doorheen eeuwen van strijd tegen natuurgeweld en vreemde overheersers een apart volk gevormd heeft. In een dergelijke reeks kon het heldendicht niet ontbreken. Zo schreef hij verschillende gedichten over de figuren die de geschiedenis van Vlaanderen bepaald hebben vanaf de middeleeuwen tot het einde van 18e eeuw: Sint-Amandus (evangelist en patroonheilige van zijn geboortedorp), Boudewijn met de IJzeren Arm, Willem Van Gullik (Guillaume de Juliers), Jacob Van Artevelde, Karel de Stoute, de Gemeentenaren, het banket der Geuzen…

Daarnaast passeerden ook een aantal kunstenaars en geleerden de revue: de gebroeders van Eyck, Vesalius, Rubens… Op deze wijze probeerde Verhaeren door te dringen tot de ziel van het Vlaamse volk: zijn ruwe gezond verstand, zijn behendig realisme, zijn al dan niet vermeende daadkracht, maar ook zijn artistieke aanleg. De heldendichten van Verhaeren geven onvermijdelijk een geïdealiseerd beeld. Een zeker didactisme is ook nooit ver weg.

Maar de echte helden van zijn bundel zijn niet de menselijke figuren, maar wel de twee rivieren die een soort levensader voor het Vlaamse land vormen: de Leie en de Schelde. Vooral zijn meanderende Schelde-gedicht is heel beroemd gebleven en heeft er toe geleid dat men het grafmonument van Verhaeren in een bocht aan de Schelde zal plaatsen. Dit Schelde-gedicht vormde ook de inspiratiebron voor een heuse hymne: Verhaerens Tegenstroom, gecomponeerd in 2005 door Johan Van den Eede naar aanleiding van de 150e geboortedag van Emile Verhaeren. Op Erfgoeddag brengt de Koninklijke Harmonie Sinte-Cecilia 'Verhaerens Tegenstroom' om 15u. aan het grafmonument van Verhaeren te Sint-Amands.

Met veel dank aan Rik Hemmerijckx, de conservator van het Verhaerenmuseum te Sint-Amands. Meer info over het museum vind je op de website.

Leestip:
Jacques Marx, Biographie d’une oeuvre, Bruxelles, Académie roylae de Langue et de Littérature française, 1996, p. 423-428.

Foto:
Borstbeeld en bundel van Emile Verhaeren (c) Philippe Debroe

Vrije tags
literatuur
Helden
monumenten
poëzie