Levensloop: een participatief erfgoedproject over persoonlijke verhalen

Geboren worden, jong zijn en ouder worden: het zijn scharniermomenten in een mensenleven. Het Nederlandse project 'Levensloop' nam deze fases als uitgangspunt voor een reeks participatieve trajecten. Door samen te werken met nieuwe, en misschien ongewone, partners wil men bruggen slaan naar doelgroepen die anders niet rechtstreeks met erfgoed in aanraking komen. In dit blogbericht vatten we de opzet, de werkwijze en de belangrijkste resultaten van dit project voor u samen. Meer achtergronden vindt u op de website levensloopbrabant.nl.

Opzet

Een van de basisdoelstellingen van het project levensloop was dat men mensen wilde uitnodigen om hun verhalen en ervaringen te delen. Deze verhalenvertellers moesten als het ware coproducenten worden van het project. Om deze ambitie waar te maken zocht Erfgoed Brabant contact met externe partners om samen met hen deelnemers te bereiken. Concreet werden drie deelprojecten opgezet, rond drie cruciale momenten in een mensenleven:

  • Het project baby’s in Brabant nam geboortes als uitgangspunt. In samenwerking met organisaties voor kraamzorg, ziekenhuizen en thuiszorg verzamelden de projectmedewerkers vrolijke en treurige verhalen over de komst van een kindje. Ongewilde kinderloosheid en ongewenste zwangerschappen kwamen aan bod, maar evenzeer fijne anecdotes over grote en drukke gezinnen vandaag en vroeger. De verhalen resulteerden in een boek, een filmproject en een foto-expositie.
  • In het project Jong in Brabant gingen jongeren aan de slag met oud filmmateriaal. Beelden uit de jaren 1970 over voetbalwedstrijden, jeugdverenigingen en school werden gemixt met beelden van vandaag. Waar aanvankelijk de verschillen opvielen (wat een rare kapsels en gekke kleren!), bleek na de montage dat er heel veel overeenkomsten zijn tussen het leven vroeger en nu. Samen met scholen, jeugdcentra en muziekverenigingen kwamen films en een digitaal lespakket tot stand.
  • Het project Hebben en houden nam verhalen van senioren die verhuizen naar een zorginstelling als uitgangspunt. Die verhuizing betekent immers vaak dat men schoon schip moet maken en moet beslissen wat men meeneemt en wat niet. Het idee was om te vertrekken vanuit een gekoesterd voorwerp en zo levensverhalen op te tekenen. Dit resulteerde in een fotoboek en een reizende tentoonstelling die zowel in zorgcentra als in kringloopwinkels te zien was. Ook kwam een kunstkast 'gedachten-goed' tot stand die nieuwe inwoners van een zorgcentrum uitnodigt de essentie van het leven te verwoorden.

Werkwijze

Levensloop was een participatief traject. Cocreatie, samenwerken met de deelnemers was een belangrijk uitgangspunt. Daarom zochten de projectmedewerkers in een heel vroeg stadium contact met mogelijke externe partners. Zorgcentra, kraamhulp en jeugdcentra namen deel aan de eerste brainstormsessies. Het project lag dus niet bij voorbaat vast, maar kreeg samen met de partners vorm. Zij konden zich het project dan ook toe-eigenen en gingen zichzelf duidelijk als mede-eigenaars zien.

De externe partners vormden ook de brug naar mogelijke deelnemers. Zij stelden hun netwerk en hun communicatiekanalen ter beschikking, wat erg belangrijk was om de gedragenheid te vergroten. Mogelijke deelnemers ontvingen via hen eerst een brief met wat toelichting. Hierin werd vooral uitgelegd hoe de projectmedewerkers met de verhalen zouden omgaan.

Voor de baby-verhalen en het seniorenproject vonden een groot aantal interviews plaats, al dan niet met een gestructureerde vragenlijst als achtergrond. Tijdens het jongerenproject maakten de deelnemers zelf filmpjes over hun eigen leven. In overleg met de jongeren mixte men dan oud en nieuw tot één geheel. De filmvoorstelling werd telkens gevolgd door een receptie waarop oud en jong elkaar konden ontmoeten. In dat kader vonden opnieuw interviews plaats.

De website Levensloop maakte de verschillende sporen van het project zichtbaar. Bovendien konden bezoekers hier hun eigen verhalen achterlaten. En dat deden ze ook, zoals u op de website kunt zien.

De tentoonstellingen die voortkwamen uit de verschillende projectsporen waren op uiteenlopende en soms ongewone locaties te zien. Zo streek de tentoonstelling van het project 'Hebben en houden' neer in kringloopwinkels en woonzorgcentra.

Resultaten

Zoals we hierboven al hebben geschetst leverde het project heel wat verschillende concrete resultaten op, zoals boeken, films en een blijvende website. Interessant is dat de niet-erfgoedpartners ook met nuttige tools naar huis gingen.

Zo beschikken de kraamzorgcentra nu over DVD’s die hen kunnen helpen om met hulpverleners en cliënten te spreken over gevoelige thema’s als adoptie en kindersterfte. In een woonzorgcentrum heeft men nu een instrument om bewuster om te gaan met de grote stap die nieuwe bewoners moeten zetten en het afscheid dat zij moeten nemen van hun bezittingen. Een jeugdcentrum heeft beslist om ook in de toekomst nog workshops te organiseren over gelijkenissen en verschillen tussen jong zijn vroeger en nu.

Maar zijn er nu echt nieuwe doelgroepen voor het erfgoed gewonnen? Om dit wat beter te kunnen analyseren, startte Levensloop een beperkt kwalitatief publieksonderzoek op. Concreet werden toevallige bezoekers van de 'Hebben en houden'-tentoonstelling in kringloopwinkels geïnterviewd. Dit leverde verrassende resultaten op, die u kunt nalezen via deze link.

Zo zijn er mensen die echt afgeschrikt worden door het format van een tentoonstelling. Zelfs als deze onverwacht op hun pad komt gaan ze niet kijken. Of ze kijken vluchtig, maar nemen er niets van mee. Deze mensen zullen steeds moeilijk te bereiken zijn.

Er zit vooral potentieel bij mensen die in het buitenland wel musea bezoeken, maar dit in eigen land nauwelijks doen. Voor hen zijn musea al snel abstract en groots. Thema’s die nauw aansluiten bij hun eigen leven en de eigen regio helpen om die kloof te overbruggen. En dat zijn nu juist de thema’s die Levensloop heeft bespeeld.

Jacqueline van Leeuwen