Inventarisatieproject Collectie Mobiel Erfgoed – Tram en Bus; fase 2

Fase II van dit driefasige inventarisatieproject was voorzien voor de inventarisatie en registratie van de ca. 5.000 reserveonderdelen van de historische rijtuigen in de collectie (trams en autobussen), bewaard in Weelde. META stond, als enige erfgoedinstelling in België en buurlanden die een collectie wisselstukken voor rollend materieel beheert, van meet af voor een grote uitdaging.

In tegenstelling tot de inventarisatiefase I, waarin de collectie trams en autobussen en museale objecten werd geïnventariseerd en geregistreerd, was fase II uitsluitend gericht op de interne gebruikers (verenigingen binnen META). Met de inventarisatie van de reserveonderdelen van de historische rijtuigen wordt gestreefd naar een verbetering van de eigen werking (restauraties), zoals beschreven in de doelstellingen van het Charter van Riga. Hoewel deze collectie voor het grote publiek onzichtbaar zal blijven, is dit een essentieel onderdeel voor het rijvaardig houden van de rijtuigen van de ledenverenigingen van META. Dankzij de registratie kan in de toekomst tevens een aangepast collectie- en afstotingsbeleid worden uitgewerkt en eventueel ook met externe verenigingen stukken worden uitgewisseld.

De reserveonderdelen van resp. trams- en bussen zijn afkomstig uit verschillende depots, soms daterend van vóór de oprichting van De Lijn in 1991. Vaak is contextinformatie verloren gegaan waardoor de stukherkenning heel omslachtig is.

Projectresultaten

Tijdens het project werd een klusploeg opgestart met vrijwilligers van de verschillende ledenverenigingen. Deze groep, bestaande uit bus- of tramliefhebbers, leverde een belangrijke bijdrage op vlak van stukherkenning, de functieomschrijving of lokale benaming. Deze informatie werd nagekeken in officiële terminologielijsten, maar was een belangrijke hulp bij het categoriseren van de stukken. Voor de categorisering van de stukken werd de structuur van het wisselstukkenmagazijn van De Lijn gevolgd.

In het depot werd gekozen voor de onderverdeling van de ruimte in twee helften voor het schikken van resp. de bus- en de tramonderdelen. Kleine en lichte onderdelen (verlichting, elektriciteit, spiegls...) werden in de rekken ondergebracht. Grotere stukken zoals wielbanden, motoren, koetswerkonderdelen, zetels etc. werden op paletten op de vloer geplaatst . Voor het labelen werden hanglabels in zuurvrij karton gebruikt

Dankzij het werk van de vrijwilligers is op het vlak van de fysieke ordening een hele weg afgelegd. De bijzonder arbeidsintensieve inventarisatiewerkzaamheden namen vele manuren in beslag. Gemiddeld werd in het depot om de 4 weken een volledige kluszaterdag van 8uur georganiseerd met een team van 4 à 8 personen De stukken werden geordend,gecategoriseerd en gefotografeerd, waarna de beschrijving en foto’s van de stukken in het collectieregistratiesysteem werden ingevoerd (per stuk of in bulk).

In deze fase werd het collectieregistratiesysteem Adlib Plus (module museum en archief) aangeschaft. De collectiestukken waren in fase I in het collectieregistratieprogramma DICE geregistreerd. De reeds geregistreerde records werden naar het nieuwe systeem gemigreerd. De Adlib-applicatie werd op de server van De Lijn geïnstalleerd, en de stukken werden verder geïnventariseerd.

De benaming van de deelcollecties werd aangepast in : 'rollend materieel' , museale objecten’, ‘reserveonderdelen trams’ en reserveonderdelen bussen’'. Gelijktijdig met de conversie van de records naar het nieuwe collectieregistratiesysteem, werd ook de structuur en nummering van de deelcollecties aangepast. Voor het invullen van de objectbeschrijvingen werd gebruik gemaakt van het Invulboek van MoVE. De objectbeschrijvingen uit de vorige fase werden geüniformiseerd, verbeterd, aangevuld en gestructureerd via de thesaurus AAT-Ned.  Na afloop van het project waren 737 thesaurstermen ingevoerd, behorende tot de categorie Objectnaam, Geografisch trefwoord, Materiaal, Techniek en in mindere mate de Periode. De voorziene velden voor de Termen, Relaties, Bronnen en definities in Adlib werden ingevuld. De termen en relaties werden gekopieerd uit de AAT-thesaurus, of uit andere bronnen als de Van Dale, waarbij de definitie werd overgenomen. Het gebruik van niet-gedocumenteerde termen wordt zoveel mogelijk vermeden. De thesaurus moet nog verder aangevuld worden. Andere voorziene bronnen zijn TGN-thesaurus (Thesaurus of Geographical Names ), maar ook detailplannen van reserveonderdelen van bussen en trams uit het archief, bestaande woordenlijsten en lexika van tram- en busonderdelen.

De reserveonderdelen werden grotendeels geïnventariseerd. Ongeveer 2/3 van het totaal aantal reserveonderdelen van trams en bussen in het depot is gedigitaliseerd. Als resultaat geeft dat 714 records.Idealiter zouden in het registratieprogramma de reserveonderdelen aan de voertuigen uit de collectie moeten kunnen worden gekoppeld zodat ook hier amper nog externe kennis nodig is om het juiste stuk te vinden voor een bepaalde tram of bus. Op dit moment is dit nog een probleem : vaak ontbreekt precies de kennis over de herkomst van een bepaald onderdeel.

In Fase II werd, dankzij de digitale inventarisatie in het collectieregistratieprogramma een groot deel van de collectie gecentraliseerd. Hoewel de inventarisatie nog niet volledig is afgerond door de grote hoeveelheid en de diversiteit van de stukken, worden nu al de vruchten geplukt. Dankzij de ordening van de onderdelen in het depot en de reeds gedigitaliseerde stukken heeft men al een veel beter overzicht van wat er zich (en wat niet) in de collectie bevindt, dit zonder zich noodzakelijkerwijze ter plaatse te moeten begeven. Op deze manier vereenvoudigt de inventarisatie van de reserveonderdelen de restauratie en wint men tijd doordat de juiste reservestukken dadelijk kunnen worden teruggevonden en er geen tijd meer verloren gaat met het contacteren van mensen die hopelijk weten waar nog een bepaald stuk kan worden gevonden

 

Partnerorganisaties

Buurtspoorwegmuseum vzw

ETG vzw

De Lijn

Poldertram vzw

Pro-Tram vzw

TTO vzw

VlaTAM vzw

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
META vzw
Contactpersoon
Johan Van Everbroeck
Adres
Motstraat 20 - 2800 Mechelen
Telefoon
050/390616
Financieringsbron(nen)

Subsidie Vlaamse Gemeenschap/Cultuur: 45.000 €

Eigen Middelen: 11.210,00 €