Leestip | Waarom ik de indianen wil redden

cover Waarom ik de indianen wil redden

Meeslepend een boeiend verhaal brengen, dat hoef je journalist Karl van den Broeck niet te leren. Zijn jongste boek ‘Waarom ik de indianen wil redden. Op zoek naar het kruis van Sitting Bull’ is daar een uitstekend bewijs van. Los van het interessante verhaal – dat het midden houdt tussen een uitgebreid onderzoeksjournalistiek project, een persoonlijk reisverslag en een geschiedenisles – is het inspirerend om te zien hoe Van den Broeck aan de slag gaat met archiefmateriaal, en dat ook confronteert met andere bronnen. Het boek geeft op het eind de lezer ook een duidelijke opdracht mee.

Zoals zo vaak bij Van den Broeck is het een bepaald gegeven uit zijn thuisstad Turnhout dat de aanleiding was voor een project. Voor dit boek was dat het kruisbeeld dat de beroemde indianenleider Sitting Bull draagt op een al even beroemde foto uit 1885, en die ook de cover van het boek siert. Dat zou de Sioux-chef gekregen hebben van de Belgische zwartrok-missionaris Pieter-Jan De Smet, iemand die volgens Van den Broeck “veel meer dan pater Damiaan” de titel van grootste Belg verdient. Naar aanleiding van de rol die Turnhout in 2012 kreeg als ‘Vlaamse Cultuurstad’ – “achthonderd jaar nadat ze stadsrechten kreeg van de hertog van Brabant” – maakte Van den Broeck de tentoonstelling ‘Turnhout Terminus Turnhout Centraal’.

De perstekst meldde toen: “Het Taxandriamuseum toont ook de vredespijp van Sitting Bull. Ze werd door de ploeg van Turnhout 2012 ontdekt in de kelders van het MAS. De illustere missionaris pater De Smet – die de pijp kreeg van het legendarische Sioux-opperhoofd – had nooit zijn missiewerk kunnen verrichten zonder steun vanuit Turnhout. Dat De Smet ook nog een rivier in Washington 'Turnhout' noemde, staat symbool voor het internationale belang van deze kleine centrumstad. De prachtige, originele landkaarten van De Smet uit de Midwest Jesuit Archives, zijn daarvan het perfecte bewijs.”

Na de pijp wil Van den Broeck weten wat er met Sitting Bulls crucifix gebeurd is. Spoiler alert: hij komt het, na een lange en bijwijlen frustrerende zoektocht niet met zekerheid te weten. Er zijn teveel bronnen die elkaar tegenspreken. Onderweg leert de lezer wel veel bij. Over het journalistieke metier. Over de auteur en zijn fascinatie voor de indianen, en zijn relatie met zij die in Vlaanderen zich inzetten voor een beter lot van de eerste bewoners van Noord-Amerika. Interessant in dat opzicht is ook het omwegje dat Van den Broeck maakt langs ‘Terug naar Oosterdonk’. Over de draagkracht van woorden, zoals ‘etnische zuivering’ en ‘squaw’. De Kempen als “binnenlandse kolonie, het ‘mini-Congo’ van België”. En over waarom AA Gent zichzelf de Buffalo’s noemt. Enzovoort, enzoverder.

Hij schrijft ook over de kleine, lokale musea in de V.S. die doorgaans met veel liefde en zorg worden opgehouden door vrijwilligers. En over de samenwerking met Mireille Holsbeke (MAS) en Luc Vints (KADOC), die eerder dit jaar hun onderzoek naar De Smet vormgaven in de tentoonstelling 'The Call of the Rockies - Pieter Jan De Smet en de Indiaanse tragedie'.

Ook stilistisch is het vingers en duimen aflikken. Karl van den Broeck kan schrijven. Neem nu dit heerlijke, zelfrelativerende pareltje: "‘Etnische zuivering’, de term komt van de Amerikaanse overheid en dus niet van een overjaarse linkie-winkie die voor zijn vijftigste nog een beetje cowboy en Indiaan wil spelen in een boek dat sterk begint te lijken op een kuip mortel die van een stelling valt."

En hij sluist ook af en toe hilarische observaties in het verhaal. Zoals wanneer hij op restaurant Rocky Mountains Oysters bestelt, die iets heel anders blijken te zijn dan gedacht.

Kortom, wie iets over storytelling (een duur woord voor: een goed verhaal brengen) wil bijleren leze dit boek.

Karl Van den Broeck, Waarom ik de indianen wil redden. Op zoek naar het kruis van Sitting Bull is uitgegeven bij Polis en kost 19,95 euro.

Roel Daenen
MAS
Kadoc
Turnhout
Karl van den Broeck
Sitting Bull
Indianen
Polis