The Call of the Rockies. De Native Americans en de erfenis van Pieter Jan De Smet

De jezuïet Pieter Jan De Smet (1801-1873) verwierf grote bekendheid als missionaris bij de indianen in Noord-Amerika. Hij verkende er de nauwelijks in kaart gebrachte Far West en won het vertrouwen van de autochtone bevolking. Hij verdiepte zich in haar cultuur en levenswijze, die onder toenemende druk stonden, en trad op als bemiddelaar in conflicten en vredesgesprekken tussen ‘native americans’ en de Amerikaanse regering. De Smet - de indianen noemden hem de ‘Grote Zwartrok’ - geniet tot op vandaag erkenning in de Verenigde Staten. Archieven van en over hem worden er gekoesterd en bestudeerd, … terwijl hij hier in België nagenoeg onbekend is. In Dendermonde staat een standbeeld van hem, maar vele voorbijgangers weten ongetwijfeld niet waarom …

Een samenwerkingsverband tussen KADOC - Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KU Leuven en het Antwerpse MAS/Museum aan de Stroom zal dat verhelpen. Zij ontvingen in 2010 een schenking van de familie De Smet d’Olbeck met voorwerpen en documenten van hun illustere bed-overgrootoom Pieter Jan. Vertrekkend van dat materiaal, aangevuld met een grondige analyse van het De Smet-archief van de Vlaamse jezuïeten, dat in 2011 in KADOC terechtkwam, bereiden KADOC en MAS tegen begin februari 2016 een prestigieuze tentoonstelling voor in het Gentse Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, waarvoor ze alle steun krijgen van de provincie Oost-Vlaanderen.

De projectsubsidie van de Vlaamse overheid onder de titel ‘The Call of the Rockies’ heeft toegelaten om het vooronderzoek op punt te stellen, zowel door veldwerk in de Verenigde Staten als research in Europa, en om het onderzoek zowel wetenschappelijk als communicatief te valoriseren. De volledige valorisatie zal op en tijdens de tentoonstelling worden gerealiseerd.

Projectresultaten

Voor- en veldonderzoek

Het voor- en veldonderzoek bracht de projectmedewerkers Mireille Holsbeke (MAS) en Luc Vints (KADOC-KU Leuven), niet alleen in archieven en musea in Nederland (Leiden), Duitsland (Freiburg, Stuttgart, Hannover en Radebeul), Zwitserland (Bern en Zurich), Frankrijk (Lille en Parijs), Groot-Brittannië (Londen en Oxford) en Italië (Rome), maar ook in de Verenigde Staten van Amerika, het tweede vaderland van Pieter Jan De Smet.

Van 28 september tot 16 oktober 2014 trokken ze in het spoor van De Smet rond in het noordwesten van de Verenigde Staten van Amerika, van Portland in de staat Oregon naar Bismarck in de staat North-Dakota via Washington, Idaho, Montana, Wyoming en South-Dakota. Ze bezochten onderzoekscentra, musea en reservaten en hadden er contacten met lokale experten en native americans. Van 18 tot 28 mei 2015 verrichtten ze archiefonderzoek in Washington, Saint Louis en Milwaukee en ontmoetten ze er experten met een bijzondere kennis van De Smet en zijn confraters/opvolgers. Deze studiereizen waren voor het thuisfront te volgen op een blog (http://blog.associatie.kuleuven.be/lucvints/), die de volgende maanden verder wordt onderhouden en uitgebouwd tot een volwaardige website. Dankzij de blog en aansluitend bij de traditie van KADOC werd de in het project verworven expertise breed gedeeld met de hele erfgoedsector.

Aangezien de subsidie lager was dan gevraagd werden twee i.p.v. drie studiereizen in de USA georganiseerd en werden de opnames van getuigenissen van Native Americans, zie lager, deels geschrapt. Het plan om experts naar België te halen in een colloquium of studiedag werd daarom ook vervangen door ontmoetingen met experts tijdens de reizen en door een afsluitend colloquium op het einde van de tentoonstelling, via een aparte financiering.

Dankzij de projectsubsidie kon een krachtig internationaal netwerk van erfgoedprofessionals en onderzoekers worden gerealiseerd. Dat netwerk biedt potentieel voor vervolginitiatieven over de interactie tussen Vlaanderen en de VS/Native Americans, zowel onderzoeksgericht als voor de ontsluiting van het ‘gedeeld erfgoed’ dat met die bewogen geschiedenis gerelateerd is. Dit netwerk bestaat onder meer uit Jackie Peterson (emeritus Washington State University), Joe Horse Capture (National Museum American Indian Washington), Raymond Brinckman (cultuuradviseur Coeur d'Alene Tribe), Robert Carricker & Thomas Connely (Gonzaga University), David Miros (Saint Louis), Mark Thiel (Milwaukee), Michael Holloman, een lid van de Spokane tribe en kunstenaar (Washington State University), Barbara Aston, (Washington State University, die voor de universiteit optreedt als go-between met een tiental Indiaanse volkeren in de buurt), Mary Kills in Sight (Buechel Memorial Museum, Rosebud), Marilyn Hudson (Three Affiliated Tribes Museum New Town), Martin Schultz (etnoloog, conservator museum Bern), Raymond Demallie (Indiana State University & Ecoles des Hautes Etudes Parijs), Pieter Hovens (Leiden), David Verhulst (Lille), Sonja Schierle (Stuttgart) en Laura Peers (Oxford).

Contacten met Native Americans

Tijdens het veldonderzoek in de USA werd ook getracht diepgaande contacten te leggen met de Native Americans zelf. Dat was en is niet vanzelfsprekend. In de blog van 5 oktober 2014 werden die contacten als volgt samengevat: “Hun [Native Americans] getuigenissen waren bijzonder leerrijk en zeer divers. Ze verruimen alleszins onze blik op het werk en de erfenis van De Smet. Rosa Yearout, elder van de Nez Perce en sterk geëngageerd in het bisdom Idaho, toonde hoe religie en belangstelling voor het erfgoed (cultuur en taal) van de Native Americans vaak samenvielen. Felix Aripa, elder van de Coeur d’Alene, wees dan weer op het belang van de natuur voor de Indianen; in elk element van de natuur zit de hand van de ‘Maker of Things’. Dat verklaart ook hun ‘ecologisch denken’. Felix noemde zich een ‘beaver believer’: hij pleitte ervoor om bevers hun gang te laten gaan in het reservaat; zij zorgen voor een natuurlijke waterhuishouding. Louis Adams, elder van de Salish, vertelde over de jaarlijkse ‘bedevaart’ naar de Medicine Tree, een boom op een rots. Via de boom (en via ‘alles wat naar de hemel reikt’) vereren de Salish de ‘Maker’. Frances Vanderburg, eveneens elder van de Salish, getuigde dan weer over de katholieke kostschool (‘boarding school’) in het reservaat. Ze had er positieve herinneringen aan, maar de negatieve primeerden omdat de school de kinderen dwong zich aan te passen aan de Amerikaanse cultuur.” Die getuigenissen werd in beperkte mate ook in beeld gebracht en op de website geïntegreerd.

Film

Het project focust niet alleen op De Smet zelf, maar ook op de naweeën van zijn ‘optreden’ en op de herleving van de ‘American Indian Movement’ – het Indiaans activisme – in België zelf. Daarover werden enkele filmpjes gerealiseerd, met getuigenissen en archiefbeelden, die in de tentoonstelling worden geïntegreerd. 

Website en tentoonstellingsapplicatie

Voor de website en tentoonstelling wordt met de resultaten van het project een applicatie ontwikkeld die het gehele project ‘samenvat’: de ontmoetingen van De Smet met de Native Americans . Door die applicatie (en de website) krijgt het project ook een duurzaam karakter dat het van nature tijdelijke karakter van de tentoonstelling overstijgt. Daarop zullen ook de resultaten van de geplande, maar naar het einde van de tentoonstelling verschoven (en apart gefinancierde) colloquium (i.s.m. Etnocol) worden gepresenteerd.

Er zijn daarnaast plannen om de resultaten ook te valoriseren in een wetenschappelijke Engelstalige publicatie in de reeks KADOC Artes (uitgegeven door UPL). Op die manier droeg het project bij tot de internationale uitstraling van Vlaanderen.

Partnerorganisaties

KADOC-KU Leuven

MAS|Museum aan de Stroom

Provincie Oost-Vlaanderen

Praktische info

Looptijd van
Looptijd tot
Organisatienaam
KADOC-KU Leuven
Contactpersoon
Luc Vints
Adres
Vlamingenstraat 39 3000 Leuven
Telefoon
016323500
Financieringsbron(nen)

Zoals in de projectomschrijving vermeld maakte het project het vooronderzoek mogelijk voor het ruimere tentoonstellingsproject over Pieter Jan De Smet. Dat wordt gerealiseerd door de financiële en materiële inbreng van de drie partners, de provincie Oost-Vlaanderen, het MAS|Museum aan de Stroom en KADOC-KU Leuven.

 

Andere projecten

Het project ‘Digitale inhaalbeweging’ is erin geslaagd om nagenoeg de volledige fotocollectie van het Memorial ...

De International Association of Music Libraries, Archives and Documentation Centers (IAML) is de internationale koepelorganisatie ...

Dankzij dit subsidieproject kon het KMSKA een belangrijke stap zetten naar een duurzaam, geautomatiseerd beheer ...