Studiereis naar de VS in het kader van de nieuwe presentatie van M Leuven

M – Museum Leuven  is nu 5 jaar open en voorziet een nieuwe presentatie van zijn vaste collectie in 2017. De plaats en rol van een collectie is een heikel thema in het hedendaagse museale debat. M wil experimenteren met een nieuw museumconcept waarbij zijn collectie een dynamische plaats inneemt. Zo wil M de presentatie van de collectie inrichten als een laboratorium waarin de bezoeker actief wordt betrokken in het onderzoek. Hiervoor wil M verschillende kunstinstellingen bezoeken die zeer vernieuwend omgaan met en geëxperimenteerd hebben met hun collectiepresentaties. Kenmerkend voor deze experimenten is de integratie van alle aspecten van de museumwerking zoals de curatoren, de diensten publieksbemiddeling en communicatie, het publiek zelf, het management e.d. meer. Daarom wil M met verschillende medewerkers een bezoek brengen aan diverse vooraanstaande instellingen in het Noordoosten van de VS die reeds een zeer interessant traject afgelegd hebben op het gebied van collectiepresentaties.

Om een geïntegreerde dynamische presentatie te maken moeten er verschillende institutionele en museologische aspecten herbekeken worden. Hiervoor willen we onderstaande  instellingen bezoeken:

- Toledo Museum of Art: dit museum heeft een apart programma opgezet rond visuele geletterdheid. De bezoekers van Toledo Museum of Art worden in de presentaties actief betrokken bij het wetenschappelijk onderzoek. Dit sluit nauw aan bij de doelstelling van M om een laboratorium te worden.

- Art Institute Chicago: dit museum staat gekend als het beste museum in de VSA met een zeer performante digitale wetenschappelijke communicatie.

- Cleveland Museum of Art: dit museum heeft een voorbeeldfunctie op het gebied van community-werking.

De kennis en relaties die worden opgedaan tijdens deze reis zullen worden ingezet in de realisatie van de nieuwe opstelling in 2017. Het transhistorische aspect of het samenbrengen van objecten uit verschillende perioden, maakt op dit ogenblik reeds een wezenlijk deel uit van de filosofie van M. Dit willen we ook verder uitwerken in 2016 in een tentoonstellingsproject in samenwerking met het Frans Hals Museum en de Hallen Haarlem. Deze transhistorische lijn moet ook vervat zijn in de collectiepresentatie vanaf 2017. De rol als laboratorium of het experimentele aspect wordt eveneens een permanent gegeven in de collectiepresentatie van M. Niet alleen het inhoudelijk, kunsthistorische onderzoek zal aan de basis liggen van de nieuwe presentaties. Ook het onderzoek over de interactie tussen opstelling en publiek en de praktische museologische oplossingen die daaruit volgen, vormen een belangrijke grondslag voor de nieuwe collectiepresentaties. Het belang van digitale communicatie neemt eveneens toe. M is van mening dat de klassieke tentoonstellingscatalogus een achterhaald format is en wil dit vervangen door een meer ecologisch en interactief digitaal format. Kortom, de diverse aandachtspunten waarrond informatie vergaard zal worden tijdens de reis, worden gebundeld in de realisatie van de nieuwe collectiepresentatie. Heel wat actuele vragen rond de identiteitscrisis van een museale omgeving moeten mee verwerkt worden in dit denkproces. De bevindingen zullen gedeeld worden met het Vlaamse Erfgoedveld via het colloquium dat M in 2015 wil organiseren met betrekking tot vernieuwende collectiepresentaties en via verschillende partners die deze kunnen kenbaar maken. Ook alle medewerkers van M zullen tijdens een medewerkersvergadering en/of visiemoment geïnformeerd worden.

 

Projectresultaten

 

M-COLLECTIE 2017

Verslag prospectiereis US

 

DATUM

23/02 – 28/02

DOCUMENTNAAM

Verslag

AUTEURS

Isabel Lowyck (Afdelingshoofd Publiekswerking), Hélène Verreyke (Diensthoofd tentoonstellingen Oude Kunst)

AANWEZIG

Luc Delrue, Directeur

 

Marjan Debaene, Diensthoofd Collectie

 

Peter Carpreau, Afdelingshoofd Oude Kunst

LOCATIES

Cleveland, Toledo, Chicago

 

INHOUD

 

  1. Inleiding
  2. The Cleveland Museum of Art, Cleveland, OH
  3. Toledo Museum of Art, Toledo, OH
  4. The Art Institute of Chicago, Chicago, IL
  5. Reflecties over M-collectie 2017
  6. Bijlagen

 

 


 

1. INLEIDING

 

In 2017 gaat M haar vaste opstelling herdenken. Het doel is best practices gaan bekijken in het buitenland, om zo een nieuwe methodiek rond museologie te ontdekken. De musea die op een vernieuwende wijze omgaan met hun collectieopstelling zijn eerder schaars. In Europa zijn er voorbeelden als het Kolumba Museum in Keulen of het Kröller-Müller in Nederland. Ook in de VS zijn er verschillende musea die hun museale concept willen heruitvinden.  Voor de selectie van de musea, hebben we ons gebaseerd op het advies van Arnold Lehman van het Brooklyn Museum, New York.

Door  winterse weersomstandigheden zijn we niet in Boston geraakt.

 

 

Er werd voor de volgende musea gekozen:

 

  1. The Cleveland Museum of Art, Cleveland, OH

Heeft sterke community werking.

Experimenteert ook met nieuwe vormen van collectie opstelling en houdt hierbij sterk rekening met het publiek.

We zijn ontvangen door:

- Cory Korkow, Associate Curator of European Art

- Jeffrey W. Strean, Director, Design and Architecture

- Constantine Petridis, Curator of African Art

- Jennifer Foley, Director of Interpretation

- Reto Thüring, Curator of Contemporary Art

 

  1. Toledo Museum of Art, Toledo, OH

Zijn sterk bezig met Visual literacy en neuro-esthetica.

Zijn zeer community gericht.

Er is ruimte voor experiment.

We zijn ontvangen door:

- Brian P. Kennedy, President, Director and CEO

- Mike Deetsch, Assistent Director of Education

- Halona Norton-Westbrook, Mellon Fellow, Office of the Director

 

  1. The Art Institute of Chicago, Chicago, IL

Zijn begonnen met digitaal publiceren. Ze hebben ook sterke educatieve werking.

- Sarah E. Guernsey, Executive Director, Department of Publishing

- Erin Hogan (Head of Interpretation)

 

 


 

2. The Cleveland Museum of Art, Cleveland, OH

2.1 Algemene informatie     

 

Aantal bezoekers per jaar: 600.000 voor tentoonstellingen en punctuele

activiteiten.

80% herhaalbezoek van de regio.

Hoofdmuseum van de staat Ohio, enige museum in straal van 200 km.

 

Aantal personeelsleden

430 medewerkers waarvan 16 curatoren.

75 docenten (gidsen).

150 vrijwilligers.

20.000 vrienden.

 

Infrastructuur

Forum: 120 personen x 2.

Auditorium: 700 personen.

1 green key studio voor de opnames van lessenreeksen (distance learning).

 

Collectie

5 grotere tentoonstellingen per jaar.

Aantal werken: 42.000 werken waarvan ca. helft op papier (1/10 op zaal).

De collectie is een typisch encyclopedische collectie. Er was geen relatie tot de stad. De collectie omvat een overzicht van de westerse kunst vanaf de middeleeuwen tot en met de hedendaagse kunst. Zeer veel grote namen zijn aanwezig in de collectie. Maar hun sterkste collectie is de Aziatische en Japanse kunst. Voor elke afdeling is er geïnvesteerd in de aankoop van topwerken of werken van topkunstenaars. Voor de Middeleeuwse collectie waren dit bevoorbeeld enkele Pleurants van de tombe van de Franse koning Charles X.

 

Er is tevens een ‘educational collection’ die een spiegel is van de ‘primary collection’. Deze ‘educational collection’ bestaat uit echte artefacten die door het curatoriele team als ‘geschikt’ worden beschouwd om te gebruiken in de educatieve werking. Regelmatig wordt deze collectie herbekeken en zodoende worden er regelmatig objecten uitgehaald die toch tot eerste categorie behoren en desdusdanig behandeld worden. 

 

Openingsuren

Elke woensdag en vrijdag open tot 21u.

 

Vrijdagavond en familiedag

Elke maand MIX op vrijdagavond 1500-2000 aanwezigen.

Tweede zondag familiedag met activiteiten met gemiddeld 1500 pers.

Sterk geënt op de gemeenschap met parade

 

Toegang

 Vrije toegang. Enkel de tijdelijke tentoonstellingen zijn betalend.

 

Website

http://www.clevelandart.org

 

Organogram

1. Director

2. Head of External Affairs (Facility, Engineering, ..)

3. Development & Marketing- Performance art, music

4. Chief Curators-Curators- Conservation

5. IT-department & design

6. Education & Interpretation

 

Projectteams

Recent wordt het gestimuleerd om meer samen te werken tussen de departementen, om de interdepartementale spirit te bevorderen. Er worden projecten tussen de curatoren en publiekswerking samen gestart “from scratch”. Dit zowel voor de vaste collectie als voor de tijdelijke tentoonstellingen.

2.2. Ontstaan, werking en distance learning

 

 

In 1916 werd het museum opgericht. Verschillende grondleggers bouwden dit museum (grond, gebouw, collectie). De rente van de initiële gift kan nog steeds dienen voor aanwerving van nieuwe collectie. Er wordt dan ook gericht aangekocht (vb. aankoop van Rodin rechtstreeks van Rodin).

 

 

De collectie van Azië is wereldbefaamd. De directeur heeft in de  jaren ’50 heeft veel aankopen kunnen doen. Als autodidact in Aziatische kunst kreeg hij na de tweede wereldoorlog de opdracht van het Amerikaans Leger om de Japanse musea te inspecteren. Hierdoor ontwikkelde hij een grote kennis en een goed oog voor Japanse kunst. Ook hield hij er een zeer goed netwerk aan over dat mee aan de basis ligt van de huidige collectie.

De collectie bevat 42.000 objecten, de educatie-collectie bevat 20.000 items. Deze wordt uitgeleend aan scholen, bibliotheken etc., deze stukken mogen ook worden gemanipuleerd. Deze objecten worden gebruikt voor “reach out” projecten. Hiervoor gaan ze ook naar de community, met de educatie-collectie in zogenaamde ‘art carts’, karretjes met objecten, door vrijwilligers gereden, met echte objecten die mensen met handschoenen mogen aanraken (vb. beelden, wapenuitrusting, aziatische slippers…)

 

 

Binnen het museum hebben ze een distance learning programma. Het zijn opnames en uitzendingen waarbij lessen worden gegeven voor scholen, community centres en ouderenhuizen. In de US is het systeem van distance learning ondertussen ingeburgerd. Er is een aparte green key studio voor de opnames. Deze lessen zijn interactief opgevat, dus niet enkel het opnemen van educatie programma’s, maar effectief lesgeven op afstand.

 

 

Je kunt hiervoor ook als individueel inschrijven. Hiervoor dien je wel te betalen.  

 

Er is een internationaal organisatie die distance learning promoot. Hiervan is een catalogus en website.

2.3. Werking

 

 

Budget

Het museum werkt vandaag de dag nog steeds met de intresten van de eerste grote schenking in het begin van de twintigste eeuw.

 

Belang van visitor research

 

Er zijn in het museum vier personen fulltime bezig met visitor research. Alle tentoonstellingen worden uitgewerkt op basis van dit onderzoek. Ook de sponsor is zeer geïnteresseerd in het publieksonderzoek.

 

Organisatie van tentoonstellingen

 

Voor de tentoonstellingen wordt hoe langer hoe meer samengewerkt. Bijvoorbeeld de tentoonstelling Afrikaanse kunst die nu loopt, “Senufo”, is een samenwerking met FRAME (netwerk voor Amerikaanse en Franse regionale musea). Dit om de kosten te drukken.

 

In de tijdelijke tentoonstellingen komen alle disciplines aan bod. Er zijn ook verschillende directies geweest de afgelopen tijd, met elk een verschillende focus.

 

De grote uitdaging is nog om de juiste maat te vinden voor de tijdelijke tentoonstellingen, om de bruiklenen en de kosten te verantwoorden. De volgende tentoonstelling zal Monet en de tuinen zijn, die komt  uit de Royal Academy, London.

 

De Raad van bestuur zijn de nazaten van de grondleggers van het museum en commerciële partners. Sommige families doneren 10 miljoen dollar per jaar.

 

De RvB heeft een zeer grote invloed op de werking van het museum.

 

De scenografie werd grotendeels binnenhuis gerealiseerd, van ontwerp tot uitvoering. Vitrines werden deels bij Meyvaert (Belgische firma) aangekocht, deels bij Kahn (Frankfurt). Modulair systeem voor vitrines genaamd Click.

 

Er worden vier à vijf grotere tijdelijke tentoonstellingen gedaan per jaar. In totaal zijn er 25 presentaties per jaar. Er worden kleinere focustentoonstellingen georganiseerd, dit omvat ook de collectiewissels. Dit met een productiecel van 12 mensen, 6 arthandlers en vier soccleurs.

 

Voor een bepaalde periode worden de ruimtes onderverdeeld.

De ruimtes zijn 830 m2 (9000 square feet) en 372 m² (4000 square feet).

 

Interpretation (bemiddeling individuele bezoekers)

 

De muurtekst per zaal bevat 70 woorden (vroeger waren dat 250 woorden). De chatlabels bevatten 100 woorden, de focusobjecten 120 woorden. Onderzoek heeft uitgewezen dat slechts 8% van de bezoekers de muurteksten lezen. Daarom hebben ze de algemene muurteksten van 250 naar 70 woorden teruggebracht.

 

Community werking/museumconcept

 

Het museum van  Clevenland is het enige museum in een omtrek van 200km (SIC). Hoewel hun corebusiness het museum is, hebben ze zich ontwikkeld tot een volledig cultureel centrum die ook andere kunstuitingen aan bod laat komen zoals muziek, performances, festivals, parades en film. Hiervoor hebben ze geïnvesteerd in een grote, goed uitgeruste concertzaal. Deze aanpak bevorderd ook hun herhaalbezoek (80%).

 

 

 

2.4. De recent ingerichte GALLERY 1

 

Er werd recent 10 miljoen dollar geïnvesteerd in de herinrichting van Gallery 1. Het opzet van deze eerste ruimte is om de bezoeker een introductie te geven op de collectie. Daarbij maken ze uitgebreid gebruik van digitale toepassingen. Enerzijds in de vorm van vaste touchscreens, anderzijds via Art Lens, de app die het museum ontwikkelde.

De ruimte is gelegen aan de grote overdekte hal van het museum en is gestructureerd aan de hand van verschillende vragen. Deze vragen gaan over allerlei verschillende aspecten van de kunst zoals iconografie of kunsthandel, maar zeer direct en toegepast  geformuleerd. Op deze manier wordt er op een zeer laagdrempelige manier de verschillende aspecten die belang hebben bij het begrijpen en het kijken naar kunstvoorwerpen aangereikt aan het publiek. Deze ruimte is gelegen naast het kinderatelier hetgeen het geheel een zeer educatieve indruk geeft.

 

 

 

 

Via de vaste touchscreens kunnen bezoekers meer over de werken te weten komen, wie het heeft gemaakt, welke materialen worden gebruikt, welke techniek, van waar het werk komt enz.. Bijvoorbeeld bij het werk van Panini worden de volgende vragen gesteld:

  • ‘How is oil paint made’
  • ‘How realistic is this painting’
  • ‘How was this made’
  • ‘Who was Giovanni Paolo Panini’
  • ‘Where is this scene’
  • ‘Where is this from’

 

 

 

De antwoorden zijn telkens zeer kort (een vijftig tot zeventig woorden), vooral ondersteund door veel beeldmateriaal.

 

Verder kan de bezoeker de 4100 objecten die in het museum zijn tentoongesteld verkennen via de ‘Collection Wall’. Via dit gigantische Touchscreen kunnen bezoekers objecten aantikken, favorieten selecteren, een parcours samenstellen, en deze uploaden via hun Art Lens app. De App gebruikt ook het GPS systeem om de positie van de bezoeker te achterhalen en zo de bezoeker te leiden doorheen het museum naar de door hem geselecteerde werken. Maar ook los van een apriori geselecteerde rondgang help de app om de weg te vinden doorheen de zalen en biedt extra info over de objecten.  Het geheel is overweldigend en de hoeveelheid informatie die via dit systeem wordt aangeboden is enorm. In die mate zelf dat er gevaar is voor overinformeren.

 

 

 

 

8% van de bezoekers downloaden de app Art Lens. De helft van deze downloads gebeuren van buiten het museum.  De ontwikkeling van de app voor de focus tentoonstelling kostte 20.000 $, het onderzoek voor de app (interviews etc..) kostte 8.500 $. De app zelf laad high-res beelden op zodat de totale gewicht van de app zeer groot is en ook langzaam oplaad. Men krijgt de waarschuwing dat het opladen van de app een 10-tal minuten duurt, hetgeen veel mensen toch afschrikt. 

 

 

 

 

 

 

 

Studio Play maakt ook deel uit van Gallery One. Dit is een educatieve ruimte, waar gezinnen met kinderen via spel  leren over kunst.

 

 

Gallery One werd vooral ontwikkeld door de educatieve dienst, één van de curatoren trad op als vertegenwoordiger van de curatorial staff. De thema's werden voornamelijk door het educatie departement gekozen en uitgewerkt. De curatoren leverden de inhoud.

 

De curatorial staff heeft duidelijk bedenkingen bij Gallery One. De technologie biedt zeer veel mogelijkheden, maar het is soms een valkuil om alle technologische mogelijkheden te willen inzetten, waardoor er grote hoeveelheden content wordt aangemaakt waar de bezoekers geen gebruik van maken. Bijvoorbeeld de collectie touchscreen wall, wordt niet exhaustief gebruikt. Bovendien zal deze snel verouderd zijn.

 

Een bijkomende kritiek is dat er een te groot verschil is tussen Gallery 1 en de rest van het museum. Het Museum of Fine Arts in Boston (www.mfa.org) heeft dit meer geïntegreerd in heel het museum. Bovendien ‘verstoort’ de bemiddeling de directe visuele impact van het werk volgens de curatoren.

Deze Gallery one is gekend doorheen de States als een voorbeeld voor hoe je met digitale media kan werken in museumcollecties. Maar het grote prijskaatje en de onvolkomenheden zorgen ervoor dat de meeste musea nog niet overtuigd zijn van deze aanpak.

2.5. Expertise

 

Inspirerende voorbeelden volgens de medewerkers van Cleveland Museum of Art:

 

 

3. Toledo Museum of Art, Toledo, OH

3.1. Algemene informatie

                       

Aantal bezoekers per jaar: 380.000

 

Organogram:

 

President, Director, and CEO

Executive Assistant

Special Projects Coordinator

Mellon Fellow

Executive Team

Chief Operating Officer

Professional Service Team

Chief Operating Officer

Special Events & Food Services

Retail Operations

Human Resources

Protective Services

Volunteer Services

Development

Facilities Group

Information systems

Content and Engagement Group

Visual Literacy

Collections

Education Programs Coordinator

Visitor Engagement

Glass Studios

Design Studio

Marketing and Communications

Special Events & Food Services

Copyright and Rights and Reproductions

 

Infrastructuur

Zeer uitgebreide site met een echte museumcampus van ca. 1,5 hectare (36 acres) en 6 gebouwen.

 

 

Collectie

Aantal werken: 30.000.

De collectie is geen encyclopedische collectie zoals het CMA in Cleveland maar een representatieve collectie.

 

Studio classes vanaf 2 jaar: 2000 studenten

750 scholarship free access

Auditorium: 1750 stoelen

 

Omzet: 50 miljoen dollar

 

Toegang: vrij

 

Volledig privé museum dat draait dankzij een grote ‘endowment’ (schenking).

 

Website: http://www.toledomuseum.org

 

3.2. Missie/Visie

 

Toledo Museum of Art Guiding Principles

We believe in the power of art to ignite the imagination, stimulate thought, and provide enjoyment.

 

Purpose

Our purpose is Art Education.  We teach people to learn to see by engaging with the collections of the Toledo Museum of Art.  Under the umbrella of art history, we engage people with visual culture and methods of seeing including the formal language of art, iconology, ideology, semiotics and hermeneutics.

 

Mission

Through our collection and programs, we strive to integrate art into the lives of people.

 

Het Toledo Museum of Art wil zijn relevantie voor het publiek verhogen. Ze hebben een wereldbefaamde reputatie door hun kwalitatieve collectie en innovatieve en uitgebreide educatieve programma’s. Hun motto is ‘who do you serve and how do you serve them’.

 

Het doel is om de gemeenschap actief te betrekken bij het museum, om de relevantie ten aanzien van het publiek te verhogen en een betekenisvolle rol te spelen via educatie. Het museum is een community builder.

 

Our purpose is Art Education.  We teach people to learn to see by engaging with the collections of the Toledo Museum of Art.  Under the umbrella of art history, we engage people with visual culture and methods of seeing including the formal language of art, iconology, ideology, semiotics and hermeneutics.”

 

“Through our collection and programs, we strive to integrate art into the lives of people.”

 

De missie is zeer sterk gericht op educatie. Van kleine kinderen, tot volwassenen. Een eerste pijler is sensory education. Ipv tekst, inspelen op het beeld en de zintuigen.

 

 

 

Een tweede pijler is visual literacy.

 

“Simply put, visual literacy is the ability to derive meaning from images of everything that we see. Being a literate person in the current media-driven, image-saturated culture extends beyond the traditional boundaries of simply reading and writing text.

There have been three major communications revolutions. The first was 5,000 years ago when cuneiform writing was invented. The Printing Revolution, spurred by Johann Gutenberg’s printing press, was the second.

We are in the midst of the third communications revolution: The Digital Revolution. The internet became publicly available in August 1991, the year most graduates of the class of 2013 were born.The world today is supersaturated with images, delivered mostly by digital media.

How do we make sense of it all? By slowing down. By taking our time. By being visually literate.”

 

Het personeelsbestand werd aangepast aan het strategisch plan. Ook de raad van bestuur was zeer belangrijk. Hen werd gevraagd om uit te leggen wat visual literacy voor hen betekende, daarna waren ze enthousiast om hier op in te zetten. Het is voor Toledo Museum of Art ook heel belangrijk om ‘sustainable’ te werken, niet alleen door het installeren van zonnepanelen bv. maar ook door duurzaam om te gaan met het personeel, ‘hoe kun je je goeie staf in huis houden.’

 

De directeur geeft toelichting bij zijn visie op Professional Leadership. Andere organisaties ook bedrijven kijken naar effectiviteit, integriteit en verantwoordelijkheid. Het is cruciaal innovatieve oplossingen te implementeren en zo echte problemen op te lossen.

 

 

3.3. Educatie

 

Jong geleerd

 

Eén van de medewerkers is gespecialiseerd in de visuele voorkeur van kinderen ‘esthetic preferences of baby’s and toddlers’. Onderzoek naar de plasticiteit van de hersenen, toont aan dat kinderen tot vijf jaar veel informatie opnemen. De cursus beeldgeletterdheid had een sterke impact op de kinderen.

 

De baby tour is bedoeld voor ouders. Om bewustzijn van baby’s te stimuleren en conversatie aan te zwengelen. Het bekijken van beelden is essentieel.

 

Zorg dat de objecten  “Hands on” zijn en dat ouders zelf kunnen gidsen. Hierbij is het belangrijk hun te coachen: “Not what they see but Why the see it?”

 

Het museum begeleidt hier de ouders.

 

Beeldgeletterdheid

 

De internationale conferentie over beeldgeletterdheid ging door in Toledo, de informatie staat op de website. http://www.vislit.org/welcome/

 

Het heeft heel wat tijd en  overtuigingskracht nodig gehad om de scholen mee te krijgen. Hiertoe heeft de RvB bijgedragen, ze hebben ook  invloed binnen de stad. 

 

 

Mensen zijn hier zeer in geïnteresseerd. Mensen willen met hun handen spelen, niet met computers. Bijvoorbeeld het terug samenstellen van een gebroken pot.

 

De uitdaging voor musea is: Visual literacy:”Museums have to change what they’re trying to do. To show great creativitity to the public”

 

Zij organiseren specifiek tentoonstellingen rond visual literacy, zoals Speaking Visual: Learning the Language of Art.

 

“Artists are visual storytellers, creating works that are rich sources of layered meaning. Art museums are repositories of great examples of visual communication from across time and place and provide excellent opportunities to explore visual language. Speaking Visual: Learning the Language of Art uses works from the Toledo Museum of Art collection to teach visitors methods and approaches for interpreting works of art.”

http://www.toledomuseum.org/exhibitions/past/

 

 

 

 

De gemeenschap rondom

 

Om de gemeenschap te overtuigen, moet je de belangrijke stakeholders overtuigen en ook betrekken binnen uw werking.

 

De kunstschool zit op de campus van het museum. Er worden dus veel cursussen gegeven.

 

Er is ook een link met de universiteit, de lesruimten zijn ook in het museum.

 

Aanvankelijk was er weinig te merken van de missie van het museum in de museumzalen. Met een tentoonstelling wilden ze hier verandering in brengen. De directie heeft expliciet vertrouwen gegeven dat educatie en curator samen kunnen/mogen werken en dit sterk gestimuleerd.

 

Op dit ogenblik  zijn er enkele zalen ingeruimd om deze speciaal aangepaste presentatie voor te stellen. De rest van het museum is nog steeds zeer traditioneel. Het museum is echter ook bezig met een project voor het herinrichten van de zalen om hun visie ook in de vaste opstelling van de collectie aanwezig te stellen. Deze plannen zijn echter nog niet concreet.

 

Speaking visual: De vier beeldtalen worden op de collectie toegepast. Voor de tijdelijke tentoonstellingen is dit nog niet het geval.

 

 

Demografie/community

 

Belangrijk is in te spelen op de omgeving rond het museum. In de buurt is veel armoede. 25% zijn afro-american. De cruciale vraag voor het publiek is: “Who do you serve and how do you serve them? Does the visitor mirror the demographic?” T

 

Het is belangrijk als directie om alle Community leader van de omgeving te kennen, te betrekken en te beïnvloeden. “Your responsable for making it happen” zegt de directeur. Het museum is een community builder.  

Voor hem is er ook geen onderscheid tussen publiek en schenkers: “Regard public and private funders the same”.

 

Als museum dien je de volgende vragen centraal te plaatsen:

  1. To what extend are you relevant/To whom?
  2. To what extend are you sustainable?

 

Train the trainer

 

Het is belangrijk om niet alleen binnen te breken in het schoolsysteem, maar vooral vormingen en trainingen te geven aan de leerkrachten en vormers. Dat is de enige manier om duurzaam te werken.

 

Toledo gaat ook naar bedrijven om sessies creativiteit te geven.

 

“Ask me” gidsen zijn actief in de zalen.  In het totaal zijn er 125 vrijwillige gidsen. Mensen willen geen gidsronleidingen meer, maar willen punctueel vragen kunnen stellen I.p.v. de kunstgeschiedenis encyclopedisch te laten zien, proberen zij in te spelen op, waarom zien we wat we zien?

 

 

 

 

4. THE ART INSTITUTE OF CHICAGO, Chicago, IL.

4.1. Algemene info

 

1,5 miljoen bezoekers per jaar.

750.000 maar 1 keer per jaar. De rest is herhaalbezoek.

 

Budget: 95% private funding en 5% andere

 

De TAIC is zowel nationaal als stedelijk actief.

 

Uitdaging: Elk museum: hoe zich zelf heruitvinden? Publiek verandert, technologie.

 

Memberships: 100.000.

 

Voor lokale en regionale bezoekers: tentoonstellingen.

Voor toeristen: Iconen van de permanente collectie.

 

Vaste collectie

- 33  expo’s per jaar

- Conservatoren/curatoren werken in “kingdoms”. De interactie tussen de verschillende curatoriele departementen is minimaal. De interactie tussen curatoren en educatieve medewerkers is nog minder evident. Sinds 1 jaar is er een nieuwe educatieve directeur die hierin verandering wil brengen.

- Modern series: 3 tentoonstellingen per jaar om de collectie op een verfrissende manier te tonen.

Vb. Shatter, Rupture, Break, 7 verschillende departementen werken.

 

Website

http://www.artic.edu

4.2. Vernieuwende Expo: Shatter, Rupture, Break

 

Voor deze tentoonstelling was het belangrijk om het publiek direct aan te spreken door gebruik te maken van citaten van artiesten, journalisten, … .  Alle kunsthistorische informatie staat in brochure. Enkel eerste-lijns bronnen werden weergegeven aan de muur.  De context wordt goed uitgelegd. Er wordt niet van  uit gegaan dat het publiek dit sowieso kent. Ze ontwikkelden ook een format:

“Ask the curator”. Zo kon het publiek vragen stellen over zaken die hen interesseerden. 

 

 

Er werden focusgroepen en bezoekersintervisies gehouden ter voorbereiding van deze tentoonstelling. Doel hiervan is om de bezoekers beter te begrijpen. Dit mag uiteraard niet uitmonden in een dictaat van publiek. Het gaat steeds over een evenwicht.

 

 

 

Bezoekersonderzoek is erg belangrijk/  Verschillende vrijwilligers bevragen het publiek aan de hand van een tablet.

 

TAIC deed 2 onderzoeksprojecten rond bezoekers. Hiervoor werkten ze samen met een bureau uit de UK.  Van de firma Morris Hargreaves McIntyre (Manchester) leerden ze hoe ze dit moeten doen autonoom. http://mhminsight.com

 

Door een degelijk publieksonderzoek beantwoorden de tentoonstellingen meer aan de behoeften van het publiek (grotere tevredenheid, narratieve, je weet waar je naar toe gaat).

 

Belangrijk is ook de bezoekers hun ervaring delen via Social media (twitter, instagram, ..)

4.3. Publiekswerking

 

Diverse departementen zijn met publiek bezig: Marketing, Communicatie, Digital Marketing, Digital & access department. Cruciale vraag blijft: “How are we being relevant to the public?”

 

De missie van educatie is: “Through numerous programs and resources, the Art Institute strives to increase art awareness and appreciation for students of all ages”.

4.4. Publicaties en Apps

 

Ze hebben tot op heden 3 catalogi digitaal online. Ze hebben voor dit project fondsen gekregen van Getty.  Bestaande catalogus vertalen naar digitale. Hierin kun je meer verdieping leggen.  OACAI, Chicago codex. Infrastructure om dit online te zetten. De meest recente online catalogus is deze rond James Ensor. The temptation of Saint Anthony. Ook van de schilderijen van Monet en van Renoir in de collectie bestaan online catalogi die op hoge resolutie doorbladerbaar zijn. Dit zijn niet zomaar gedigitaliseerde boeken, maar er kan ook doorgeklikt worden op afbeeldingen om dan naar een detailfiche van het werk te gaan. Foto’s kunnen worden in- en uitgezoomd op extreem grote resolutie, zodat zelfs de textuur van de verfstreken kan worden gezien.

De online catalogi zijn gratis.

 

http://www.artic.edu/research/digital-publications

Alles wat commercieel is, daar laten ze voor betalen.

Onderzoek toont aan dat 1% of 2% van de bezoekers catalogi koopt. Ze zijn tegen het geven van korting. “Number of times is more important than hits”

Daarnaast zijn ook verschillende andere digitale publicaties (los van catalogi). Het Art Institute werkt bijvoorbeeld met de Turn the pages app van het British Museum (http://www.bl.uk/onlinegallery/virtualbooks/index.html#) om precieuze boeken en handschriften uit de collectie te ontsluiten. Daarnaast hebben ze nog verschillende andere digitale publicaties bijv. over architectuur etc., en zelfs een virtuele digitale expo over het plan van chicago. Op de website van TAIC is een hele zone voor onderzoekers waar links naar databases te vinden zijn, de bib en het archief van het museum en de (digitale) publicaties.


De publicatiedienst is dan ook redelijk uitgebouwd met 6 werknemers. Zij werken zowel aan de kleinste bezoekersgidsjes als aan de meest luxueus uitgegeven tentoonstellingscatalogi en online publicaties.

 

Free Apps

 

  • Wifi in the building
  • We kochten een indoor GPS. 52 verschillende tours (step by step)
  • Nieuw platform: niet de content push (modern art tour)
  • Walker Art center: Minneapolis: events/articles. Contemporary art aggregator

http://www.artic.edu/visit/maps-guides-and-apps

 

5. Reflecties over M-collectie 2017

 

 

Algemeen

 

Verschillende opvallende punten kwamen aan het licht tijdens het studiebezoek.

1. een weinig verregaande integratie van de werking van de verschillende departementen binnen een museum. Opmerkelijk was de zeer kritische houding van de curatoren ten overstaan van de educatieve diensten.

2. Samenstelling van de collecties: er waren zeer veel overeenkomsten tussen de verschillende collecties. Zo had elke collectie een zelfde soort Monet en zette ze vooral in op topnamen en topstukken.

3. Weinig moeite werd gedaan om een logisch geheel of een verhaal te  vormen in de ophanging van de werken. De overzichten waren zeer klassiek (chronologisch, stijlperioden) en weinig moeite werd gedaan om in de collectiepresentaties een alternatief verhaal naar voren te laten komen.

 

 

Invulling zaal 1

 

Er moeten drie elementen aanwezig zijn in deze zaal. De identiteit van het museum moet hier voelbaar zijn:

- De M-collectie (het museum, het verzamelen)

- Onderzoek, de labofunctie

- Het publieksgerichte

 

Er kan ook een vraag gesteld worden. Bijvoorbeeld, 'Hoe kijken we naar kunst?' (wat is beeldcultuur?).

 

De eerste zaal moet ook het vertrekpunt kunnen zijn voor groepen. Het aantal objecten moeten tot een minimum herleidt worden.

 

Het moet een rustgevende ruimte zijn. Het moet de bezoeker zin doen krijgen in de rest van het bezoek.

 

De werken in de ruimte moeten kwalitatief zijn.

 

Een mogelijk idee voor een cluster

De oorsprong van het museum. Het oude kunstenkabinet met o.a. de Morillontriptiek, het albasten retabel, het Grauwvuur etc.. Hier kunnen we het ontstaan van het museum vertellen, de figuren Van Even, Vanderkelen etc.. voorstellen..

 

  1. Bijlagen

Bijlage The Cleveland Museum of Art

 

Interpretive terminology: Sightline Objects and Focus Objects

 

Sightline objects: design term denotes objects that are visually prominent in the galleries. (no additional text or interpretative treatment)

 

Focus object: interpretation term denotes objects with expanded interpretive content (gallery didactics/app content).

 

It is possible for objects to be either a sightline object or a focus object, or both, but they do not always need to be both a sightline and a focus object.

 

Visitor studies conducted both at CMA and at other museums have shown that when visitors are in a museum’s permanent collection only a very small percentage (around 5%) read introductory panels. A large number of visitors tend to browse collections, walking up to an object that catches their eye and reading the label. The visitor may or may not read labels for objects nearby; they may move on to the next gallery and to the next object that catches their eye. While not every visitor is attracted to the same objects, visitor observations at a variety of museums do show that there are often visitor favorites—objects that a significant percentage of visitors are curious about and for which they read the labels. Objects that fall into this category are candidates for treatment as focus objects. In addition, there may be objects in the collection that could carry additional interpretive treatment, such as objects that are particularly fine or unique examples, or objects that would benefit from being highlighted.

 

The objects that draw the interest of large numbers of visitors present an interpretive opportunity. Often, contextual and thematic information about the gallery as a whole is the focus of introductory panels, however, this information is missed by most visitors. Rather than placing this important information on introductory panels, this information is integrated into expanded labels for focus objects, allowing the objects that visitors are most likely to read about to do the work of contextualizing both the object and the collection of objects in the gallery. In tandem with the expansion of the labels for focus objects, introductory panel texts are shortened (see attached guideline).

 

 

Interpretive Guidelines for Gallery Didactics

 

The following offers guidelines for creating texts in the new galleries using the “focus” object concept.

 

Focus Objects (2–4 objects per gallery)

Exceptional objects or object groups that also offer insight into gallery concepts/themes

 

Intro Panels (50–60 words)

Orient the visitor in terms of geography and chronology and briefly introduce gallery concepts/themes

               

Focus Object Labels (150-175 words total distributed between object and thematic texts)

Provide object specific information (object text) and connect object to broader gallery theme/concept (thematic text)

[Design will determine if two separate labels or one extended label will contain object and thematic texts]

 

SAMPLE GALLERY DIDACTICS:

 

AMERICAN ART

A Tale of Two Classes

1875–1925

The United States witnessed remarkable economic and cultural growth during the final decades of the 1800s. A class of wealthy patrons gave rise to the development of a new artistic trend marked by displays of affluence and opulence. It was countered in the early 1900s by painters who created unglamorous images dealing with working-class urban themes.  (word count: 56)

 

Focus Object Label Examples

 

Portrait of Dora Wheeler, 1882–83

Oil on canvas

 

William Merritt Chase

(American, 1849–1916)

 

At a time when few American artists accepted female pupils, Dora Wheeler became Chase’s first student when he returned from overseas study in Munich and set up a teaching studio in New York. After her course of study, Wheeler joined her mother in launching a successful decorating firm, one of the first businesses in the country to be operated entirely by women. For the firm, she designed luxurious textiles, and the embroidered silk tapestry that fills the background in her portrait references her occupational interest. Chase’s portrait was awarded a gold medal at an international survey of contemporary art in Munich in 1883, and later that year was also shown in Paris.   (word count: 112)

 

THE GILDED AGE (thematic text)

This painting reflects the aristocratic taste of a new class of wealthy individuals who, as a result of the soaring American industrial production, became the country’s primary consumers and patrons of art. Its opulent style expresses the essence of a period which cultural commentators irreverently named the “Gilded Age,” referring to something that is showy on the surface, but lacks the authenticity of a true “Golden Age.” 

(word count: 67)

 

Gift of Mrs. Boudinot Keith in honor of Mr. and Mrs. J. H. Wade  1921.1239

 

Portrait of Lisa Colt Curtis, 1898

Oil on canvas

 

John Singer Sargent

(American, born Italy, 1856–1925)

 

One of the most sough-after painters of his era, Sargent achieved considerable critical and financial success portraying cosmopolitan members of the high society on both sides of the Atlantic. Here, the artist depicts an acquaintance—an heir to the Colt firearms fortune—who had recently married his distant cousin Ralph. In her portrait, Curtis wears an elegant satin dress and poses as if she were welcoming guests into her palatial Venetian home. The painting was apparently a wedding gift to the couple by the artist; its inscription at the top right reads, “To Ralph and Mrs. Ralph, John S. Sargent 1898.”   (word count: 101)

 

THE GILDED AGE (thematic text)

Sargent and other artists and designers who were patronized by the new class of extremely prosperous American individuals usually followed European trends. Indulging in conspicuous displays of affluence and opulence, Ralph Colt and his wife, like many other American art consumers of the time, obviously viewed themselves as heirs to European aristocracy. This portrait appropriately hung in a grand room in Palazzo Barbaro, the Curtis family residence in Venice. 
(word count: 69)

 

Leonard C. Hanna Jr. Fund  1998.168

 

Stag at Sharkey’s, 1909

Oil on canvas

 

George Bellows

(American, 1882–1925)

 

An avid fan of boxing, Bellows recorded several images of the sport throughout his career. Sharkey’s Athletic Club, located across the street from the artist’s Manhattan studio, was actually a tavern with a back room that accommodated a boxing ring. Because public prizefighting was illegal in New York at the time, private events had to be arranged in order for a match to take place. Participation in the ring was limited to members of the club, a loosely organized group of local semi-professionals. Whenever an outsider competed at the club, he was given temporary membership and known as a “stag.” (word count: 100)

 

THE ASHCAN SCHOOL (thematic text)

In finding inspiration in the harsh daily realities of the tenement neighborhoods of New York City, the country’s most dynamic metropolis with its teeming immigrant population and explosive commercial development, Bellows reacted against the current in American art created for the new prosperous class of the “Gilded Age.” Over time, Bellows and several other painters working in the early 1900s were nicknamed the “Ashcan School,” for their preference for commonplace subjects in dark tonalities.   (word count: 74)

 

Hinman B. Hurlbut Collection  1133.1922

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
M Leuven
Contactpersoon
Peter Carpreau
Adres
Vanderkelenstraat 28 3000 Leuven
Telefoon
016/272942
Financieringsbron(nen)

Vlaamse Gemeenschap: ‘Subsidie voor competentieontwikkeling in een internationaal cultureel-erfgoedperspectief’: 6000 euro M Leuven: 1383 euro