Bijdrage aan de conferentie ‘Presenting the Theatrical Past. Interplays of Artefacts, Discourses and Practices’ van de International Federation for Theatre Research (Stockholm)

Van 13 tot en met 17 juni vond in het Stockholm de jaarlijkse conferentie van de International Federation for Theatre Research plaats (www.iftr.org). Deze organisatie werd in 1957 opgericht om communicatie en uitwisseling tussen onderzoekers in het veld van theater en performance te bevorderen. De organisatoren van de afdeling Theatre Studies aan de Stockholmse Universiteit ontvingen zo’n 900 deelnemers met 842 presentaties uit 57 landen van alle continenten.

Het thema van deze editie was ‘Presenting the Theatrical Past. Interplays of Artefacts, Discourses and Practices’.

  • Presenting the theatrical past: aanleiding om de conferentie in Stockholm te houden was de 250ste verjaardag van het Hoftheater in Drottningholm, het buitenverblijf van de Zweedse koningen. Het wordt vandaag vooral gebruikt om 18de-eeuwse opera’s op te voeren in een historische opvoeringspraktijk, niet enkel wat de uitvoering van de muziek betreft, maar ook voor de scenische elementen en theatertechniek. IFTR 2016 zou daarom de aandacht richten op kritische omgang met theatergeschiedenis.
  • Interplays of Artefacts, Discourses and Practices: Het theater uit het verleden is voor ons maar kenbaar vanuit historische objecten, locaties en archiefmateriaal, waar de erfgoedsector professioneel mee om gaat (of moet gaan), maar die niet altijd in de erfgoedsector terecht komen. Het belang van theoretische discours – zowel historische opvattingen als hedendaagse theorieën – voor de onderbouwing van de omgang met dat erfgoed wordt dan weer vooral verdedigd door academici. En de kunstenaars zelf zoeken het contact met het verleden op in performance-praktijken die tradities levend houden, erover lesgeven of reflexieve re-enactments van gebeurtenissen of voorstellingen organiseren.
  • In de call for papers werd onder meer aandacht gevraagd voor: Archives, digital humanities and historical research / Traces, commodities, materialities of history / Cultural heritage and policies / Oral history, performing history, re-enactments / Historiography – methods, theories / …


Belangrijkste onderdelen van de jaarlijkse conferentie zijn de:

  • Keynote lectures
  • General Panels: gewoonlijk 3 sprekers die een paper voorstellen (elk 20 min) over een min of meer gemeenschappelijk thema, waarna er 30 min tijd is voor discussie.
  • Working Group Meetings: IFTR heeft 24 ‘Working Groups’ die tijdens de conferentie verschillende keren samenkomen om te discussiëren over een specifiek thema. Leden kunnen doorgaans vooraf papers rondsturen naar de andere leden van de groep en krijgen feedback tijdens de sessies op de conferentie, in diverse formats. Indien vooraf papers werden rondgestuurd, krijgen de auteurs slechts enkele minuten tijd om hun paper te situeren, zodat er meer tijd is voor discussie.


Voor Het Firmament (www.hetfirmament.be) was dit congresthema een uitgelezen kans om als expertisecentrum voor het podiumkunstenerfgoed in Vlaanderen zijn verbindende, coördinerende rol toe te lichten. Staf Vos stelde de unieke werking van Het Firmament en het erfgoedbeleid in Vlaanderen voor in het General Panel ‘Intangible Heritages’ onder de titel ‘In search for good practices to safeguard intangible heritage of the performing arts: a Flemish case study’. Eerst werd de Vlaamse decretale context geschetst en de invloed van de (bottom-upgeest van de) UNESCO-Conventie voor de borging van immaterieel cultureel erfgoed op speerpunten als ‘erfgoedgemeenschap’, ‘erfgoedmakelaardij’, dienstverlenende en neutrale expertisecentra, bottom-upparticipatie in plaats van top-downcuratie etc. Vervolgens de taken die Het Firmament vervult als dienstverlener op vlak van in kaart brengen, archief- en collectiezorg (TRACKS, www.projecttracks.org), documenteren, valorisatie, transmissie en borging van zowel roerend als immaterieel erfgoed. In het tweede deel van de presentatie werd ingegaan op de dilemma’s die soms verlammend kunnen werken bij het bepalen van wat als ‘immaterieel cultureel erfgoed’ wordt beschouwd in een concrete beleidscontext, en het probleem/de kans van de ‘vererfgoedisering’ wanneer kunstpraktijk uitsluitend door een erfgoedbril wordt bekeken. Ten slotte werden twee case studies belicht: het onderzoek van Het Firmament naar het (roerend en immaterieel) erfgoed van figurentheater, waarmee het erfgoedparadigma zijn intrede deed in het Vlaamse figurentheater (2005-2009) en het traject Virtuoos Vlaanderen. Naar een Living-Human-Treasures-programma in Vlaanderen (www.livinghumantreasures.be).

De opdracht van Het Firmament als decreetoverschrijdende bruggenbouwer en facilitator tussen kunstenveld (professioneel én amateur), erfgoedveld en onderwijs/onderzoek werd sterk geapprecieerd door de internationale aanwezigen. Onze dienstverlenende werking, niet in functie van het beheer van een eigen collectie maar ook niet van academisch onderzoek, is op internationaal vlak uniek, zo bleek uit alle contacten.

Daarnaast heeft Het Firmament zich nog geëngageerd in meetings van drie Working Groups (Digital Humanities in Theatre Research, Performance as Research en Choreography & Corporeality) en bijgedragen aan de discussies van General Panels over

  • Digital Archives
  • Oral History and the Present-Ness of the Past
  • 250 Years of Drottningholm Court Theatre – Interplays of Artefacts, Discourses and Practices
  • Intangible cultural heritages
  • Shakespeare: 400 Years of Legacy
  • The Future of the Past: The Historiography Working Group Round Table
  • Re-Enactment and the Dance Archive
  • Ephemeral Evidence


 

Projectresultaten

Algemeen:

Door actieve deelname aan deze conferentie kon/kan Het Firmament

  • op de hoogte blijven van internationele cutting edge interacties tussen ‘artefacts’, ‘discourses’ en ‘practices’ en de instellingen en gemeenschappen die zich hiervoor engageren (respectievelijke roerend/onroerend erfgoedveld en bijhorend erfgoedgemeenschappen, academische wereld en kunstenaars/immaterieel erfgoedborgers);
  • contacten leggen met onderzoekers en experten, in het bijzonder van niet-Europese continenten, omdat zij doorgaans niet aanwezig zijn op de Europese studiedagen waar wij komen;
  • kennis opbouwen met betrekking tot boeiende maar in Vlaanderen minder bekende domeinen van erfgoedzorg, -onderzoek en –borgingspraktijk;
  • zelf de eigen werking en bijhorende vragen en uitdagingen, alsook concrete samenwerkingen met partners uit Vlaanderen (o.m. www.projecttracks.be, www.immaterieelerfgoed.be, www.livinghumantreasures.be) voorstellen aan een internationaal publiek;
  • de verkregen inzichten en contacten delen met de Vlaamse erfgoed- en kunstensector via nieuwsbrief van 30/6/2016, de eigen website en de projectenbank van FARO. Praktijkvoorbeelden worden geanalyseerd op basis van toepasbaarheid in de Vlaamse context.


Concreet werden inzichten opgedaan en praktijkvoorbeelden opgedaan op diverse domeinen. Hiervan enkele voorbeelden:

Amateurtoneelverenigingen en hun omgang met erfgoed: Bijzonder inspirerend waren de lezingen over amateurtoneelverenigingen en (mogelijke) omgang met hun erfgoed. In Vlaanderen is er namelijk hoegenaamd geen academische interesse in de amateurtheaterwereld.

In het bijzonder het onderzoeksproject van prof. Nadine Holdsworth (University of Warwick, VK) kijkt. naar hoe de amateurtradities functioneerden in drie contexten: stedelijke, rurale en leger-marine. Holdsworth zelf gaf in haar paper een bijna antropologische analyse van de omgang door toneelamateurs met hun archief en hun erfgoed, hoe ze lokale betekenissen creëren bv. in hun typische DIY-jubileumpublicaties, en vervolgens niet willen dat hun archief door een professionele instelling wordt beheerd omdat de emotionele band dan wordt doorgeknipt. 'Immaterieel erfgoed' gaat voor Holdsworth breder dan enkel specifieke technieken en tradities: het zijn ook de herinneringen en verhalen, of beter: hoe die gedocumenteerd (bv. in blogs) en doorverteld worden. Een antropologische visie dus op immaterieel erfgoed als de praktijk of traditie van het doorgeven.

Digital Humanities   In discussiesessies legden onderzoekers en collectiebeheerders uit verschillende nationale contexten hun problemen en oplossingen aan elkaar voor. Passeerden o.m. de revue: troeven en valkuilen van Google Cultural Institute, discussies met bibliotheken over datamodel (Noorwegen), de aanbeveling van Wikidata om wereldwijd toegang en gebruik van data te garanderen, en van het datamodel van Ausstage (https://www.ausstage.edu.au/) als internationale standaarden, argumenten om collectiebeheerders te overtuigen dat digitalisering en vrije ontsluiting van content enkel méér bezoekers lokt, het belang om digitale bestanden als raw data te bewaren met het oog op analyses die misschien vandaag nog niet mogelijk zijn, het belang om online te publiceren in plaats van enkel in de te beperkte en linaire boekvorm, etc..

In panels werden diverse projecten voorgesteld. Tal van nieuw ontdekte databanken, websites en online publicaties zullen via de ‘praktijkvoorbeelden’ en ‘dossiers’ op de website van Het Firmament worden gedeeld.

Canon: Prof. Susan Bennett, University of Calgary, vraagt onze mederwerking voor project http://shakespeare400.kcl.ac.uk/kings-blog/performance-shakespeare-2016/ Doel is aan te tonen dat Shakespeare niet enkel van de Britten is.

Immaterieel-erfgoedgemeenschap: Katherine Johnson gaf een boeiende lezing over de manier hoe belichaamde en online ervaringen en ‘archiveringen’ elkaar versterken in de creatie van een immaterieel-erfgoedgemeenschap, waarvoor het efemere en de ‘liveness’ belangrijk is. Het diverse en sociaal inclusieve Beltane Fire Festival in Edinburgh bood hiervoor een intrigerende casus.

Re-enactment op podia, in musea of op straat: Marie-Louise Crawley, Coventry University, UK, sprak over Performance as Archive: towards a ‘new’ methodology in the Dancing Museum? Dit leidde onder meer tot een discussie over hoe het spreken over ‘body as archive’ de aandacht afleidt van de noodzaak om échte archieven te blijven financieren. En hoe musea de performers vaak gebruiken als lokmiddel in een ervaringsgerichte maatschappij.

Historische theaters, historische uitvoeringspraktijk?: David Wiles (University of Exeter) gaf een fascinerende keynote lecture-performance vanop de balkons en het podium van het Drottningholm Slottstheater, met assistentie van zangers en acteurs en … de podiumtechnici die de oude machinerie liet werken. Je kan het spektakel herbekijken op www.su.se/ike/om-oss/nyheter/david-wiles-presenting-the-theatre-of-drot… De belangrijkste thema's werden nog eens besproken in een panelgesprek met grote namen als Marvi Carlson, Mark Franko, e.a.

e.v.a.

Partnerorganisaties

n.v.t.

Leden stuurgroep

n.v.t.

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
Het Firmament
Contactpersoon
Staf Vos
Adres
Brusselpoort - Hoogstraat 83, 2800 Mechelen
Telefoon
015 34 94 36
Financieringsbron(nen)

De Vlaamse overheid subsidieerde de buitenlandse verplaatsing en het verblijf via de subsidielijn 'tussenkomst voor internationale reis en verblijfskosten'. Het Firmament financierde uit eigen werkingsmiddelen de resterende kosten.