Volgende maand is het  Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen precies één jaar actief op de sociaalnetwerksite Facebook. Steeds meer en meer erfgoedinstellingen zetten de stap, en met succes – zo blijkt ook uit deze testimonial.

Drie goede redenen gaven voor het archief de doorslag om met een Facebook-pagina te beginnen:

• Het was een mooie kans om de archiefinstelling verder te profileren.
• Via de pagina kan een ander publiek bereikt worden dan de doorsnee leeszaalbezoeker.
• Uiteraard kunnen er via deze weg ook stukken uit de collectie onder de aandacht gebracht worden, die anders weinig tot geen aandacht zouden krijgen bij het publiek.  

Ingrid De leus, medewerkster: “Als religieuze archiefinstelling leek het ons geen evidentie, maar daarom des te meer een uitdaging om actief te zijn op de sociale media. Bijna een jaar na lancering kunnen we tevreden terugblikken op ons experiment: onze pagina wordt gevolgd en uit reacties en likes kunnen we opmaken dat de berichten in de smaak vallen.”

Een goede voorbereiding is het halve werk

De leus: “Voor we de pagina lanceerden, gingen er enkele weken voorbereidingswerk vooraf. We wilden een goede start maken door een duidelijk geprofileerde pagina te publiceren. Hierbij werd in eerste instantie een draaiboek opgesteld over welke praktische informatie we op onze pagina zouden zetten. Daarnaast hebben we ook een inspiratielijst met mogelijke onderwerpen en items aangelegd. Dit zou ons kunnen helpen in perioden van weinig inspiratie. Ook hebben we met de collega’s van het Stadsarchief Mechelen en de Erfgoedcel Mechelen samengezeten om hun ervaring met Facebook te leren kennen. Terwijl we hiermee bezig waren, hadden we onze pagina al aangemaakt op Facebook zonder deze ook effectief te publiceren. Op deze manier konden we vertrouwd raken met de mogelijkheden, zonder dat al onze berichten meteen zichtbaar gepubliceerd werden.”

Om de pagina te boosten, ging de lancering ervan gepaard met een mailing aan andere archief- en erfgoedspelers in de regio. Ook alle leeszaalbezoekers werden op de lancering geattendeerd en uitgenodigd deze te liken. Het team brengt ook regelmatig de pagina onder de aandacht bij de bezoekers. Gevolg is dat het aantal volgers op Facebook gestaag stijgt. 

Ander profiel

“Wat opvalt, is dat het profiel van onze paginabezoeker duidelijk verschilt van die van de leeszaalbezoeker,” zegt De leus. “Het grootste aantal van onze volgers zijn – in tegenstelling tot onze leeszaalbezoekers – mannen en vrouwen van tussen de 25 en de 34. Het archief zelf wordt hoofdzakelijk bezocht door mannen en vrouwen van middelbare leeftijd en ouder.  Twee derde van onze volgers bestaat uit mannen en één derde uit vrouwen. Ook hier is er een verschil met verhouding man-vrouw bij de leeszaalbezoekers, die uit zo’n 80% mannen bestaat en 20% vrouwen. In dat opzicht zijn we in de doelstelling om een ander publiek te bereiken, geslaagd.

Wanneer we kijken naar de geografische spreiding van onze volgers blijkt dat het grootste aantal van onze volgers (goed voor zo’n 20,5%) uit de regio Mechelen komen, terwijl de Facebook-pagina over het hele aartsbisdom gaat. Om de geografische spreiding van onze volgers uit te breiden proberen we in onze berichten voldoende geografische variatie te steken.”

Zoeken naar evenwichten

“In het begin was het zoeken naar een goed evenwicht in het posten van berichten: je voldoende laten zien op het web, maar ook weer niet te veel, zodat de kwaliteit van de berichten hier niet onder zou lijden en we na enkele weken geen inspiratie meer zouden hebben. We proberen om per week toch een tweetal berichten te posten, naast het dagelijks liken van berichten van andere Facebook-pagina’s.”
 
“Het was ook zoeken naar wat onze volgers graag lezen en zien: zo doen hele alledaagse, herkenbare foto’s en thema’s het heel goed. We vinden het belangrijk om de berichten en foto’s steeds goed te duiden in een begeleidende tekst. Ook proberen we in onze berichten zo veel mogelijk de actualiteit te koppelen aan onze collectie. Het was ook zoeken naar het juiste tijdstip om onze berichten de sociale media in te sturen, zodat we een maximum van onze volgers kunnen bereiken.”

Met andere ogen kijken

“Het Facebook-project vraagt een vorm van extra aandacht tijdens het eigenlijke archiefwerk. Zo komen we stukken op het spoor die we voor onze pagina kunnen gebruiken. Door onze Facebook-pagina kijken we nu zelf met andere ogen naar onze eigen archiefcollectie. Stukken die we anders ook mooi en bijzonder zouden vinden, krijgen nu een andere dimensie, omdat we ze op relatief korte tijd kunnen delen met een groter publiek. Bovendien is het ook een impuls geweest om vanuit het archief foto’s uit onze collectie te identificeren, waardoor er ook een return is van het Facebook-project naar het archief,” besluit Ingrid De leus.  

Overleg en opleiding

Bent u ook van plan om de sociale media in te schakelen in uw marketing- of communicatiestrategie? Of u doet dit al, maar wenst er dieper op in te gaan? Schrijf u dan zeker in voor de sessie ‘Sociale media kritisch bekeken’ tijdens het komende Groot Onderhoud, op 14 oktober in Flagey, Brussel. Met Rob Heyman (iMinds-SMIT, EMSOC), Hanne Delodder (Huis van Alijn), Liesbeth De Ridder (Erfgoedcel Mechelen), Wenke Mast (KMSKA), Jochen Vermote (Stadsarchief Ieper) en Thomas Vervaet (Felixarchief Antwerpen).

Daarnaast biedt FARO begin december de tweedelige opleiding aan ‘Word een sociale media-expert’, met Kristien Vermoesen. Deze opleiding schetst u een haarscherp beeld van het communicatieve en interactieve potentieel van de sociale media. U leert welke fora het best voor uw doeleinden kunnen gebruikt worden, hoeveel tijd en middelen dit kost en ook wat u er zoal voor terugkrijgt. U gaat bovendien ook zelf aan de slag, waarbij u concrete casussen uit de eigen praktijk uitspit, vragen stelt en valkuilen leert te vermijden. Als kers op de taart ontvangt u ook nog een syllabus.

En bent u al fan van het archief?