Ook Duitsland gaat aan de slag met de Unesco-conventie 2003 voor het borgen van ICE

Het Unescogebouw in Parijs

Na Nederland eerder dit jaar, treedt straks alweer een van onze buurlanden toe tot de wereldgemeenschap van Unesco-lidstaten die de maatregelen van de Unesco-conventie van 2003 voor het borgen van immaterieel cultureel erfgoed in de praktijk brengt. Na Nederland enkele maanden geleden, ratificeerde nu ook Duitsland als 152ste land de Unesco-conventie van 2003. Een passender Duits geschenk was niet denkbaar voor de tiende verjaardag die de Conventie dit jaar viert.

Gevoelige materie

Op 12 december 2012 nam de Duitse Bondsregering in Berlijn het besluit om de Unesco-conventie te ondertekenen en te ratificeren. Zoals in België is ook in het federale Duitsland cultuur een exclusieve beleidsbevoegdheid van de zestien deelstaten (Länder), waardoor de effectieve uitvoering van de beslissing van de centrale regering nog even tijd kostte. Maar op 10 april ll. kon de Duitse ambassadeur bij Unesco in Parijs de ondertekende ratificeringsoorkonde overhandigen aan Irina Bokova, directeur-generaal van Unesco. Daardoor loopt momenteel een wachttijd van drie maanden, eer de Duitse ratificatie ook effectief in voege zal treden. Vanaf 9 juli gaan onze oosterburen ook actief aan de slag met het borgen van hun immaterieel cultureel erfgoed.

Het behoeft weinig uitleg dat het van staatswege aansturen en aanmoedigen van een borgende omgang met het immaterieel cultureel erfgoed in Duitsland gevoelig ligt. Begrippen als ‘volkscultuur’ en ‘folklore’ werden in het verleden zowel door het nationaalsocialisme als in de voormalige DDR sterk geïnstrumentaliseerd en misbruikt. Maar zowel wetenschappers als politici en het erfgoedveld in Duitsland zijn zich van deze gevoeligheden erg bewust. Ze zien het open aangaan van de binnenlandse discussie over deze breuklijnen in de Duitse cultuurgeschiedenis dan ook vooral als een kans om internationale debatten mee te voeden en te voeren, zowel over de wereldwijde veelzijdigheid aan vormen van immaterieel erfgoed als over de ethische omgang ermee en transmissie ervan.

Voorlichtingscampagne

Wellicht zullen we dus in Duitsland getuige mogen zijn van een zeer uitgebalanceerde en behoedzaam afgewogen overheidsomgang met het immateriële erfgoed; een waarbij economische, politieke en toeristische belangen niet ontkend zullen worden, maar evenmin zullen kunnen primeren op de borgende waardering van en het respect voor het immateriële erfgoed en zijn gemeenschap. Vanaf 3 mei start de Duitse Unesco-commissie dan ook met een brede voorlichtingscampagne via regionale fora in een aantal Duitse steden. Dragers van immaterieel cultureel erfgoed zullen daar geïnformeerd worden over de doestellingen van de Conventie en over de manier waarop zij met hun erfgoedgemeenschap kunnen bijdragen tot de implementatie ervan in eigen land.

Bij de doordachte Duitse implementarisatiestrategie hoort ook een geleidelijke opstart van het instrumentarium. Voor de nationale inventaris is een bottom-upprocedure uitgewerkt waarbij verenigingen, organisaties en erfgoedgemeenschappen hun ICE-element onder de aandacht kunnen brengen van het cultuurministerie van hun Bundesland. Elk van de zestien Bundesländer kan vervolgens twee elementen per jaar nomineren voor opname op de nationale inventaris van het immaterieel erfgoed. Deze kandidaturen worden jaarlijks beoordeeld door de 23 leden van een expertencomité, dat nu al duidelijk maakt dat het hierbij niet zal gaan over een wedstrijd om ‘de mooiste traditie’.

De nationale inventaris zien de Duitsers als een staalkaart van de diversiteit aan levend immaterieel erfgoed in en uit Duitsland, dat op een voorbeeldige wijze door zijn gemeenschap geborgd, intergenerationeel doorgegeven en dynamisch verder ontwikkeld wordt. Daarbij ligt vooral sterk de nadruk op de transmissie van de noodzakelijke kennis en kunde voor het belichamen van het immaterieel erfgoed in kwestie. Het creëren van zichtbaarheid voor de diversiteit aan immaterieel erfgoed zal ook niet louter geografisch benaderd worden: ook bijvoorbeeld recentere elementen uit de stedelijke cultuur of popcultuur zullen door de experten in overweging genomen worden. Eerste voordrachten voor de opname van Duitse ICE-elementen op een van de Unesco-lijsten van de Conventie 2003 zullen naar verluidt ten vroegste tegen 2015 verwacht mogen worden.

Meer informatie is te vinden op de website van de Duitse Unesco-commissie.

Rob Belemans
Unesco Conventie 2003
Duitsland