UNESCO is formeel: Aalst Carnaval mag geen Werelderfgoed meer genoemd worden

Sterker nog: het is nooit werelderfgoed geweest. Het kan het ook nooit worden. Maar wat hebben we dan de voorbije dagen in de kranten, op radio en tv, op webfora en andere pleintjes telkens opnieuw gelezen en gehoord? Dat ging toch keer op keer over werelderfgoed? Inderdaad, naast de kwestie, een beetje op de hoogte of gewoon fout.

Werelderfgoed

De meeste mensen associëren UNESCO met de 'werelderfgoedlijst'. Kathedralen. Tempels. Paleizen ... maar evengoed met oorlog en horror geassocieerde bestemmingen zoals Auschwitz of Hiroshima. Allemaal zijn ze werelderfgoed: come and visit! Die lijst is een van de instrumenten voorzien in de UNESCO-conventie van 1972. Het woord 'werelderfgoed' mag enkel en alleen gebruikt worden voor monumenten en landschappen - onroerend erfgoed - en dat na het doorlopen van een zware, complexe en helaas ook steeds meer flagrant gepolitiseerde procedure. Voor de bescherming van een monument dat deze status verwerft, stelt de wereld zich collectief mede verantwoordelijk, vandaar ook controle- en sanctieprocedures. De voorbije decennia is er steeds meer kritiek gekomen op die werelderfgoedlijst (commerciële of politieke uitbating, het voortrekken van Europa ...).

Immaterieel erfgoed: zeker geen werelderfgoed, zelfs geen achterdeurtje

Onder druk van Afrika, Zuid-Amerika en Azië, in het bijzonder Japan, kwam er de Conventie van 2003 voor het borgen van immaterieel erfgoed. Borgen staat voor een cocktail van documenteren, sensibiliseren, faciliteren. Doel is ook het opzetten van hulpprogramma’s, met name voor landen in ontwikkeling. De basisregel is dat men bij alles wat men doet, steeds de erfgoedgemeenschap raadpleegt, beschermt en betrekt. 
 
Bij het schrijven en uitwerken van de conventie was er veel discussie over de vraag of er al dan niet ook een lijst moest zijn. Er waren vele voorstanders die kansen zagen voor toeristische promotie, politiek gebruik en prestige. Er waren vele tegenstanders (zoals ondergetekende) die liever geen lijst wensten. Uiteindelijk is het een dubbelzinnig compromis geworden: een zogenaamde 'representatieve' lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Het gaat expliciet niet om werelderfgoed, d.w.z. om zaken van zogezegd universele waarde, uniek en uitzonderlijk (allemaal taboewoorden in de conventie van 2003), waarvoor de hele wereld verantwoordelijkheid opneemt,  maar wel om een staalkaart van voorbeelden, zonder veel controle- of sanctiemogelijkheden. Deze ‘lijst’ is opgevat als een vitrine met interessante en inspirerende voorbeelden. Tot frustratie van de erfgoedwerkers is het alleen voor dat blinkende topje van de ijsberg dat de media belangstelling tonen, zeker als er een brandje gestookt wordt.
 

Zwarte Piet

Tien jaar na haar ontstaan is de conventie voor het borgen van immaterieel erfgoed door bijna de hele wereld geratificeerd, al zijn er nog uitzonderingen zoals de Verenigde Staten en Israël, die niet willen meedoen (en trouwens sinds twee jaar ook weigeren om hun lidgeld aan UNESCO te betalen). Nederland, dat eind 2012 ondertekende, is een van de jongste leden. Daar leeft het idee dat de hele wereld weet moet hebben van de Sinterklaasviering als een gezellig gebruik, en dat dit dus dringend op de representatieve lijst moet komen. Waarom niet? Het brengt weliswaar niets op, maar iedereen mag weten dat groepen in Nederland dat feest rond verklede mannen belangrijk vinden voor hun identiteit en voor hun kinderen.
 
Maar stel je nu eens het volgende voor. Dat ergens in Nederland een groepje flauwe grappenmakers op 5 december iets opvoeren met een zwart geschminkte Piet in een T-shirt met het woord SLAVE erop, naar verluidt om de draak te steken met een lokaal reglement. En dat daar foto’s van gemaakt worden ... Dat die terecht komen bij een machtige anti-discriminatieactiegroep in de Verenigde Staten, die prompt een mail stuurt naar UNESCO, om pijnlijk misbruik van de geschiedenis van de slavernij en overduidelijk racisme aan te klagen. Een misselijkmakende belediging van de 11 miljoen Afrikanen die tussen 1500 en 1850 als slaven naar Amerika werden getransporteerd, en waarvan Nederland zelf er meer dan een half miljoen op zijn geweten zou hebben. Waarop de directrice-generaal per kerende reageert met een online bliksembrief waarmee UNESCO stelt niet geassocieerd te willen worden met slavernij. Stel dat ze ook de roe bovenhaalt om zich, op basis van schokkende foto’s van een zwarte slaaf tijdens een manifestatie die op de representatieve lijst staat, diep geschokt te tonen over dit 'racistische feest' in Nederland. Als deze correspondentie dan welgemikt gelanceerd wordt in de nationale pers door een mediaclub ter verdediging van de Zwarte Medemens, zou het hek onmiddellijk van de dam zijn. Lang zou het dan niet duren voor het ontslag van een minister wordt geëist als die niet onmiddellijk Zwarte Piet en bij uitbreiding dat hele verklede bisschop-gedoe bij wet zou verbieden. Ook als die genuanceerd op drie manieren antwoordt: 1) het belang van de acties tegen en herinnering aan slavernij en racisme onderstreept, 2) bij UNESCO aanstipt dat de directrice-generaal zich eerst had moeten informeren en een antwoord afwachten en 3) meegeeft dat Sinterklaasvierders nu moeten nadenken en overeenkomen hoe ze daar nu verder mee omgaan. Het gaat immers niet om werelderfgoed, maar om de representatieve lijst en daar zijn geen sancties voorzien, wel terugkoppeling naar de erfgoedgemeenschap. 
 
Maar dan gaat die storm weer liggen en mag het puinruimen beginnen.
 

Immaterieel-erfgoedbeleid

Misschien dat de mechanismen waar het in de conventie van 2003 echt om gaat, namelijk sensibilisering (waarom doen mensen een keer per jaar zo vreemd, welke functies heeft dat ...), dialoog en borging nu van pas zullen komen. Wie de moeite doet om te kijken (die ijsberg, weet u nog) merkt dat Vlaanderen tot nog toe wereldwijd als voorbeeld wordt gezien voor omgang met de UNESCO-conventie van 2003, dat diverse expertisenetwerken (zie bijvoorbeeld www.immaterieelerfgoed.be) er mee aan de slag gaan en er sinds 2010 een internationaal geprezen visienota in Vlaanderen bestaat om dit beleid richting te geven. Daarbij wordt overigens onderstreept zich niet blind te staren op die lijsten, en al helemaal niet op die representatieve lijst van UNESCO, maar vooral andere accenten te leggen. 
 
Laat ons één ding afspreken, iedereen die in verband met Aalst Carnaval nu nog het woord werelderfgoed in de mond neemt, verdient een plek in de grote zak van Piet (m/v). 
 
Marc Jacobs
 
Marc Jacobs