Onderschat nooit de waarde van studieobjecten

In de 19e eeuw nam de interesse in wetenschap en educatie in Amerika en Europa een hoge vlucht. Nieuwe musea werden gebouwd en opengesteld voor het publiek. De interesse in collecties over wetenschap en natuurkunde groeide.

De uitdaging bij musea voor natuurwetenschappen was de bewaring van ongewervelde zeedieren. Dieren met een wervel kunnen opgevuld en gemonteerd worden. Bij ongewervelde dieren lukt dit niet: zij werden bewaard in glazen bokalen met alcohol, met als nadeel dat deze na een tijd hun kleur en vorm verloren.

Leopold Blaschka loste dit probleem op door glasmodellen te maken. Leopold en zijn zoon Rudolf Blaschka waren niet de enigen die destijds educatieve modellen maakten voor musea voor natuurwetenschappen. Ze waren wel de enigen die deze modellen uit glas maakten. Andere makers van dergelijke modellen gebruikten was of papier-maché. Maar deze konden nooit de precisie en de duurzaamheid van de glasmodellen evenaren.

De Blaschka's maakten modellen uit Boheems glas in hun studio in Dresden. Ze werden verscheept naar universiteiten en musea wereldwijd waar ze gebruikt werden als studieobjecten. Tussen 1863 en 1936 bevoorraadden de Blaschka's musea en universiteiten over de hele wereld met ongeëvenaarde, waarheidsgetrouwe modellen van planten en dieren. Hun werk culmineerde in de ‘Ware Collection of Glass Plants' in het Harvard Museum of Natural History.

Cornell University verwierf in 1985 meer dan 500 glasmodellen van de Blaschka's als studiecollectie om zo meer te leren over het zeeleven. Met de komst van de aqualung en het onderwaterfilmen raakten deze studieobjecten stilaan in onbruik. Tot in 1960 een jong lid van de faculteit de collectie onder het stof vandaan haalde en voor behoud naar het Corning Museum of Glass bracht (CMOG).

Nu gebruiken onderzoekers van Cornell de studiecollectie als een tijdscapsule naar het zoeken en documenteren van zeedieren vandaag. Want wat is de impact van temperatuurschommelingen, chemische veranderingen en menselijke activiteit op het biologisch zeeleven? Hoeveel zeedieren die zo’n 100 à 150 jaar geleden gemaakt zijn in glas, bestaan nog steeds in deze tijden van massale uitsterving door pollutie, overbevissing en verlies van habitat? Een van de onderzoekers is Dr. Drew Harvell, medewerker van het ‘Department of Ecology and Evolutionary Biology’ van Cornell. Zij is ook curator van de Cornell collection of Blaschka glass.

‘Fragile Legacy’, een documentaire gemaakt door David Owen Brown met de hulp van o.a. Dr. Drew Harvell toont aan hoe kunst, wetenschap, geschiedenis en conservatie elkaar kunnen aanvullen in een queeste naar het beter begrijpen en het redden van de oceaan. Hier vindt u meer informatie over deze kortfilm.

Door de grote waarde van deze studieobjecten is het belangrijk dat deze over de hele wereld verspreide collecties in kaart worden gebracht. Op de website van CMOG kunt u hierover een kaart raadplegen. In eigen land werden in 1886 door professor Edouard van Beneden 77 Blaschka-modellen besteld voor een nieuw aquarium en de zoölogische collectie van de Universiteit in Luik. Slechts 49 modellen hebben de tijd doorstaan. Na een conservatie-restauratiebehandeling staan er nu 39 modellen permanent tentoon in het Aquarium-Museum van de Universiteit van Luik.

Foto: de behandeling van een Blaschka-model uit de collectie van de Universiteit van Luik door Isabelle Pirotte. (c) Aquarium-Museum van Luik

Julie Lambrechts