Wilde en participatieve musea: Angela Jannelli aan het woord

Vorige week bracht Angela Jannelli van het Historisches Museum Frankfurt een bezoek aan Vlaanderen. Tijdens een avondlezing en een masterclass lichtte zij haar eigen werkzaamheden toe. Bijzondere aandacht ging naar amateurmusea en naar participatieve trajecten in stadsmusea. De verbindende factor tussen deze twee thema’s is de sterke band met erfgoedgemeenschappen. Een kort verslag.

Het Wilde Museum

Waarom investeren liefhebbers tijd en geld in een eigen museum? Wat trekt hen aan? Draait het allemaal om nostalgie, of spelen er andere overwegingen mee? Met die vraagstelling bezocht Angela Jannelli tal van kleine amateurmusea in Duitsland. Museologen kunnen nogal eens smalend doen over deze wannabe musea, maar Angela besloot de zaak vanuit een andere, antropologische hoek te bekijken.

Ze baseerde zich op Claude Lévy-Strauss die een onderscheid maakte tussen “la pensée scientifique” en “la pensée sauvage”. Twee verschillende invalshoeken dus, en zo is dus het 'wilde' museum exponent van een andere manier van denken dan de wetenschappelijke aanpak van vele andere musea. Volgens Jannelli is een museum een medium, zoals een boek. Net als er populaire en wetenschappelijke boeken bestaan, bestaan er dus ook soorten musea. Belangrijk daarbij is dat men ze niet tegen elkaar afzet op een waardeschaal.

Als voorbeeld lichtte Jannelli het McNair Museum in Berlijn toe. Een museum van oud-werknemers van de Amerikaanse troepen waar amper sprake is van selectie van objecten. Alles wordt getoond, omdat elk object verwijst naar een persoon en dus een symbool is van de band met de schenker. De ordening van objecten is dus niet gebaseerd op een wetenschappelijke benadering, maar heeft een sociale logica. Zo is het museum een krachtige sociale ruimte die vooral de relaties tussen de ex-medewerkers zichtbaar wil maken en het groepsgevoel versterkt. Toen de gemeenschap van oud-medewerkers langzaam verbrokkelde, verdween ook de nood aan een museum. Vandaag is het museum gesloten.

Meer weten over het wilde museum? Raadpleeg dan Jannelli’s doctoraatsonderzoek Wilde Museen: zur Museologie des Amateurmuseums in de FARO-bibliotheek.

Het participatieve stadsmuseum

Angela Jannelli beschouwt stadsmusea als sociale ruimtes, waar ook de hedendaagse reflectie over het leven in een stad een plaats moet krijgen. Het Historisches Museum Frankfurt bouwt daarom aan een nieuwe verdieping 'Frankfurt Jetzt', gewijd aan het stedelijke leven van vandaag. Het museum moet uitgroeien tot een forum waar inwoners van de stad elkaar kunnen ontmoeten, samen kunnen nadenken over de betekenis van de stad en zo nieuwe perspectieven kunnen openen.

'Frankfurt Jetzt' opent pas in 2016, maar in afwachting neemt het museum al een aantal participatieve initiatieven. Uitgangspunt is de beleving van de stad en het idee dat de expertise hierover niet bij wetenschappers berust, maar bij de inwoners zelf. Een aantal recente initiatieven op een rij:

  • De toekomstige tentoonstelling zal starten met een mentale kaart van Frankfurt. Hiertoe hebben al heel wat inwoners een mental map getekend waarop ze hebben aangeduid wat voor hen belangrijke locaties zijn in de stad. Op basis hiervan zal een kunstenaar een gedeeltelijk digitale kaart maken.
  • Die Bibliothek der Alten is een artistiek project over geheugen dat een bijzonder lange duur heeft (tot 2105!) . Het nodigt inwoners uit om een archiefdoos te vullen voor de toekomst. Hoe ze dit aanpakken is vrij. Er zijn mensen die eenmalig een brief schrijven, een dagboek bijhouden of een boek schrijven. Maar er is ook iemand die elk jaar een element aan de doos toevoegt. Bezoekers van het museum kunnen op aanvraag dozen bekijken, en het museum organiseert ook sessies waarop de 'auteurs' hun bijdrage toelichten.
  • Stadlabo’s willen heel actief gemeenschappen bij het museum betrekken in cocreatieve trajecten. Nu het museum gesloten is, trekken de medewerkers naar de wijken voor projecten op locatie. Zo was er een project over de stedelijke transformatie van de Oost-buurt naar financieel centrum, en werd een participatieve tentoonstelling opgezet over het openluchtzwembad van de stad.


Het museum neemt hier de rol van makelaar op zich. Angela Jannelli en haar collega’s ondersteunen de deelnemers aan de participatieve trajecten. Ze helpen hen om hun impliciete kennis over de stad expliciet te maken; om hun eigen verhaal vorm te geven in de context van een museum. Scenografie is daarbij bijvoorbeeld erg belangrijk: het resultaat moet er professioneel uitzien, en geen knutselwerk zijn. Het coachen en coördineren van dergelijke projecten is behoorlijk intensief, ook omdat het voor een groot deel tijdens de gewone kantooruren plaatsvindt. Grenzen trekken tussen werk en privé wordt zo soms bijzonder moeilijk.

De collectie van het museum uitbreiden is niet het doel van dergelijke projecten en dat is bewust. Het is immers moeilijk om als makelaar alle deelnemers gelijk te willen behandelen en uiteindelijk toch een uitspraak te moeten doen over wat er beter of waardevoller is. De andere conservatoren van het museum krijgen wel altijd de gelegenheid om achteraf objecten te verwerven die zij relevant vinden voor hun collectie, maar zelf blijft Jannelli daarbuiten.

De projecten in Frankfurt hebben al mooie resultaten opgeleverd, maar roepen ook vragen op. Hoe kan het museum de relaties met de betrokken gemeenschappen verder onderhouden? En hoe kan je de impact van de projecten aantonen en vergroten? Deze projecten focussen ook heel sterk op het leven van vandaag, hoe kan je de reflectie over erfgoed binnen dergelijke trajecten vergroten?

De grote meerwaarde van participatieve projecten is dat de deelnemers anders leren kijken naar hun eigen stad. En ook de museummedewerkers krijgen hun collectie en hun museum op een heel andere manier te zien. En dat kan de maatschappelijke en hedendaagse relevantie van stadsmusea alleen maar vergroten. Kortom: participatieve museumwerking? Maak het mee!

Jacqueline van Leeuwen
makelaardij
Angela Jannelli
Lezing of presentatie
Masterclass