Voor u gelezen: WOI in 3D

Op de WOI-pagina van FARO posten we geregeld recensies van een opvallend, inspirerend of innoverend boek over de Groote Oorlog. Ditmaal las Luc De Munck voor u WOI in 3D.

Groot formaat

Eind vorig jaar verscheen bij het Davidsfonds een grote doos (32 x 48 cm), met daarin 100 steekkaarten op groot formaat met foto’s van de Eerste Wereldoorlog, een bril om deze foto’s in 3D te kunnen bekijken en een boekje met duiding. De box bevat een selectie uit een verzameling van 550 stereofoto’s, die Jan Vanderstraeten twintig jaar geleden ontving als kerstcadeau. Met het oog op de herdenking van de oorlog poetste hij deze foto's eerst samen met Geert Vanvaerenbergh manueel en digitaal op, om ze daarna om te zetten in anagliefen, een techniek waarbij de twee originele glazen stereobeelden over elkaar worden geschoven om zo tot een beeld te komen.

Kort door de bocht

Het beknopte begeleidende boekje geeft niet alleen meer duiding bij deze techniek en bij de geschiedenis van de stereografie, maar staat ook stil bij de betekenis ervan tijdens de Grote Oorlog. Jan Vanderstraeten wijst er daarbij op dat stereofoto’s, in tegenstelling tot gewone foto’s, niet te manipuleren zijn: een ingreep op de linkerfoto zou exact hetzelfde moeten uitgevoerd worden op de rechterfoto, de minste fout zou zichtbaar zijn in de stereokijker. Daarmee vergeleken verdwijnen de tweedimensionele foto’s van de oorlog volgens Vanderstraeten in het niets, omdat die onbetrouwbaar waren en niet het ware gezicht van de gebeurtenissen toonden.

De auteur gaat hier wel zeer kort door de bocht. Natuurlijk werden er tijdens de oorlog om voornamelijk propagandistische redenen foto’s gecensureerd en gemanipuleerd, maar de meeste oorlogsfoto’s geven een waarheidsgetrouw beeld van de oorlogsgruwelen en zijn zeker niet altijd in overeenstemming met het heersende discours (zie bijvoorbeeld de recent gepubliceerde selectie van foto’s uit de verzameling van het In Flanders Fields Museum in Ieper).

Ook de bewering dat soldaten geen fotoapparaat mochten meenemen naar het front wordt tegengesproken door de realiteit: er zijn heel wat fotografische getuigenissen bekend van soldaten die dit wel deden, het Belgische leger gaf trouwens toestemming om met een fototoestel aan het front te zitten en het daar te gebruiken (de oorlogsfoto’s van sergeant Jean Pecher, die zich in het Liberaal Archief bevinden, zijn daarvan een mooie illustratie). In een duidende tekst bij een van de geselecteerde beelden vermeldt de auteur dit trouwens zelf, met verwijzing naar een wedstrijd voor amateurfotografen van het Franse maandblad Le Mirroir, die de meest aangrijpende frontfoto beloonde met omgerekend zomaar eventjes 4.820 euro.

Context?

De 100 geselecteerde beelden van het Westelijk Front - waarbij België met tien foto’s karig bedeeld wordt, alle andere foto’s zijn in Frankrijk gemaakt - bevatten op de achterzijde telkens een informatief tekstje, een recente foto van de plaats waar het originele beeld werd gemaakt en/of een kaartje. Hier laat de auteur vaak mooie kansen liggen. Slechts één voorbeeld ter illustratie: bij een foto van Douaumont vermeldt hij dat het landschap er gedurende 100 jaar onaangeroerd is gebleven, zonder ook maar even te verwijzen naar de groeiende aandacht voor dat landschap als laatste getuige in de historiografie van de Eerste Wereldoorlog.

Maar het probleem ligt dieper: de teksten bevatten soms gewoon geen duiding bij de foto’s, zeer vaak ontbreken de meest elementaire contextgegevens, meermaals wordt geciteerd uit of verwezen naar een boek zonder de nodige bibliografische referenties … kortom, we missen het verhaal bij de foto’s. "We waren op zoek naar context, naar relaties tussen de verschillende beelden, een kader voor het verhaal", aldus Geert Vanvaerenbergh in het voorwoord van het boekje. Blijkbaar hebben de auteurs dit alles amper gevonden.

Blijven de beelden, tenslotte de kern van deze uitgave. Ook daar blijven we echter op onze honger zitten. Het bekijken van de foto’s met de bijgeleverde 3D-bril zorgt dan wel voor een verrassende en ongewone kijk, maar de beelden zelf zijn niet meteen origineel of vernieuwend. We zien foto’s van dieren, loopgraven, wapens, Duitse krijgsgevangenen, Afrikaanse soldaten … die meer dan eens een déjà vu oproepen. Jan Vanderstraeten geeft aan dat hij 100 beelden selecteerde op basis van de informatie die handgeschreven op de glazen stereofoto’s stond, maar over zijn selectiecriteria komen we verder niets te weten. In het voorwoord wordt verwezen naar een reeks opmerkelijke beelden van doden en gewonden die voor medische doeleinden werden gebruikt, maar we hadden graag vernomen waarom hieruit slechts twee beelden werden geselecteerd. We begrijpen ook niet waarom de reeks niet is onderverdeeld in een aantal categorieën en waarom ze niet is genummerd: op die manier wordt het wel zeer moeilijk om "de beelden als basis (te) gebruiken om verhalen en informatie terug te vinden", zoals het boekje in het vooruitzicht stelt. Deze dure box is dan ook vooral een lege doos!

Jan Vanderstraeten en Geert Vanvaerenbergh, WOI in 3D. Ongecensureerde beelden van het Westelijk Front, Davidsfonds, 2013.

Over de recensent

Luc De Munck is gewezen archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen en interesseert zich in het bijzonder voor de medische hulpverlening tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij is mede-auteur van Het hospitaal van de Koningin en was curator van de gelijknamige tentoonstelling in De Panne.


 

Gregory Vercauteren