Voor u gelezen: Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog

Op de WOI-pagina van FARO posten we geregeld recensies van een opvallend, inspirerend of innoverend boek over de Groote Oorlog. Ditmaal las Ingrid De Leus (Aartsbisschoppelijk Archief) voor u een echte klassieker: Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog van Geert Buelens.

Het boek Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog van Geert Buelens vertelt het verhaal van de Eerste Wereldoorlog in een klassiek recept: de aanloop naar het conflict, het uitbreken van de oorlog en het verloop ervan, het leven in de loopgraven en aan het thuisfront, de wapenstilstand en de nasleep van de oorlog voor de verschillende oorlogvoerende partijen. Buelens belicht dit conflict vanuit het standpunt van dichters en schrijvers, wat een interessante en originele insteek vormt om de Eerste Wereldoorlog te bestuderen. Hij gebruikt hiervoor gedichten, brieven, dagboekfragmenten en krantenartikels als bronnenmateriaal.

In het boek komen tal van dichters aan bod. Niet enkel schrijvers van alle strijdende landen zijn vertegenwoordigd, ook de visie van de neutrale landen op de oorlog wordt belicht. Buelens laat niet enkel grote namen, zoals Guillaume Apollinaire, Alexander Blok, Filippo Tommaso Marinetti, Paul van Ostaijen of Rainer Maria Rilke aan bod komen. Ook minder bekende schrijvers van bijvoorbeeld Tsjechische, Roemeense of Oekraïense afkomst krijgen hun plaats in dit boek. Buelens zorgt hierbij voor een goed evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke schrijvers.

Het boek begint bij het begin van de 20e eeuw, waar het schrijven een manier was om tot rust te komen en de grote omwentelingen van het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw te relativeren. Poëzie was op dat moment een forum om niet enkel het verlangen naar regeneratie en zuivering, maar ook het verlangen naar oorlog vorm te geven. In de vooroorlogse poëzie kwamen beelden als ‘storm’, ‘strijd’ en ‘gevecht’ dan ook vaak voor.  Bij het uitbreken van de oorlog werd op dit elan voortgebouwd: poëzie werd gebruikt om de eenheid van een land uit te drukken en het volk te overtuigen van het nut van de oorlog. Daarmee kwam poëzie grotendeels ten dienste te staan van de propagandistische oorlogsmachine en kreeg poëzie de kans om dichter bij het volk te komen staan.

Waar de oorlog innoverend werkte op militair en economisch vlak, zo inspireerde de oorlog de dichters om te experimenteren en te evolueren naar een nieuwe vorm van poëzie: het dadaïsme. Deze poëzievorm rekent af met de oorlogszuchtige retoriek en de leugenachtige propaganda van de oorlog, al stond agressie nog steeds centraal. Daarnaast verlieten vele dichters, zowel in de loopgraven als aan het thuisfront, het propagandistische pad en gebruikten ze hun gedichten als aanklacht tegen de oorlog, waarbij de woede en de wanhoop een centrale rol innamen.

Binnen het militaire verhaal van de Eerste Wereldoorlog besteedt Buelens de nodige aandacht aan de invloed van de oorlog op verschillende nationale bewegingen, zoals de Ierse nationale beweging en de Vlaamse Beweging. De Russische Revolutie en de invloed van die revolutie op de poëzie wordt ook uitvoerig besproken.

Voor wie minder vertrouwd is met de literaire geschiedenis is het boek mogelijk wat minder toegankelijk, omdat het een zekere voorkennis en achtergrond veronderstelt van de grote lijnen uit de literaire geschiedenis. Samengevat kunnen we stellen dat Geert Buelens in zijn boek Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog een goed uitgebalanceerd beeld van de poëzie tijdens de Eerste Wereldoorlog en de invloed van deze oorlog op de poëzie geeft.  

Geert Buelens, Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog, Ambo/Manteau, Antwerpen / Amsterdam, 2008,  ISBN 978 90 854 2031 6 / 224p.


Over de recensent
Ingrid De Leus is archiefmedewerkster bij Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen.

Gregory Vercauteren