Voor u gelezen: De Groote Oorlog op doek. Frontschilders in Nieuwpoort

Op de WOI-pagina van FARO posten we geregeld recensies van een opvallend, inspirerend of innoverend boek over de Groote Oorlog. Ditmaal las Luc De Munck voor u 'De Groote Oorlog op doek. Frontschilders in Nieuwpoort' van Luc Filliaert.

Op 23 juni 2016 was het precies honderd jaar geleden dat de Section artistique van het Belgisch leger officieel werd opgericht: op die dag werd inderdaad het reglement van de artistieke afdeling aanvaard. 26 soldaten-schilders kregen in de daaropvolgende twee jaar vrijstelling om aan het front te schilderen. Een opmerkelijk, maar weinig bekend feit uit de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Dat wordt nu ‘gevierd’ met de publicatie van het zeer lezenswaardige boek 'De Groote Oorlog op doek' en een bijbehorende tentoonstelling in het nieuwe bezoekerscentrum Westfront in Nieuwpoort.

Een selecte club

Stichtende leden van de afdeling waren de Brusselse schilders Alfred Bastien (vooral bekend van zijn Panorama van de IJzer, waarvan een digitale kopie in datzelfde bezoekerscentrum hangt) en Leon Huygens. In totaal werden er tijdens de oorlog 26 schilders lid van de afdeling, daaronder bekende namen als Joe English, Achiel Van Sassenbrouck, Médard Maertens, Jos Verdegem, Anne-Pierre De Kat, Marc-Henri Meunier, Maurice Wagemans en James Thiriar. Over de toetredingsvoorwaarden bestaat amper informatie, kandidaat-leden moesten zelf een aanvraag indienen en het kon nuttig zijn om goede banden te hebben met al aangesloten leden. Het is ook bekend dat het soms moeilijk of helemaal niet lukte om lid te worden van de afdeling. Zo duurde het lang vooraleer Joe English aanvaard werd (volgens kunstmecenas Marie Elisabeth Belpaire omdat hij "te Vlaamgsgezind en te katholiek" was), terwijl andere Vlaamse schilders als Samuel De Vriendt, Karel Lauwers en Karel Van Lerberghe ondanks herhaalde pogingen nooit tot de afdeling werden toegelaten. In zijn boek merkt Filliaert  terecht op dat Bastien een sleutelrol speelde bij de aanvaarding van de leden, en dat hij ‘de Brusselse verankering’ wenste te verzekeren. Het is dus niet verwonderlijk dat er heel wat getrouwen uit de onmiddellijke omgeving van Bastien tussenzaten, Filliaert noemt de afdeling dan ook "een selecte club".

Rivaliteit met De Belgische Standaard – Kunst aan den Yzer?

Een aantal leden van de artistieke afdeling exposeerden voor het eerst tijdens een kunsttentoonstelling die kolonel Baltia van het 10de linieregiment begin september 1916 organiseerde in het Rode Kruishospitaal L’Océan in De Panne. In dezelfde maand organiseerde ook het Vlaamsgezinde frontdagblad De Belgische Standaard een eerste expositie in De Panne, het succes ervan leidde tot de oprichting van de kunstenaarskring Kunst aan den Yzer, een groep rond Marie Elisabeth Belpaire die in 1917 en 1918 nog enkele kunsttentoonstellingen organiseerde. Opvallend is dat op die eerste tentoonstelling van De Belgische Standaard geen enkel toenmalig lid van de artistieke afdeling exposeerde, vijf deelnemende schilders - English, Maertens, De Kat, Canneel en Massonet - werden pas later aanvaard door de afdeling. De stichtende leden van de afdeling namen echter nooit deel aan de tentoonstellingen van De Belgische Standaard/Kunst aan den Yzer. Bestond er een vorm van concurrentie tussen beide organisaties? Vermoedelijk niet echt, omdat beide een ander doel hadden: de werken van de afdeling dienden een propagandistische waarde te hebben, terwijl De Belgische Standaard en later Kunst aan den Yzer voornamelijk werken toonden die soldaten in hun vrije tijd maakten. Dit neemt echter niet weg dat het hier duidelijk ging over "twee organisatorische tegenpolen", zoals Luc Filliaert het omschrijft.

De schilderskelder van Nieuwpoort

De leden van de afdeling werkten voornamelijk in de noordelijke sector van het Belgisch leger, met als centra Lo en Nieuwpoort. Op een goede honderd meter van het Nieuwpoortse sluizencomplex vonden Bastien en Huygens een verlaten huis. De kelderruimte bleek de meest geschikte en veilige plaats om zonder veel gevaar permanent te bewonen. Ook André Lynen en Maurice Wagemans kozen na enige tijd die schilderskelder als uitvalsbasis. De vier schilders kenden Nieuwpoort zeer goed, al voor de oorlog vertoefden ze er geregeld om pittoreske plaatsen op doek te vereeuwigen. De werkelijkheid was in 1916 echter totaal anders: de vier leden van de artistieke afdeling schilderden en tekenden er in olieverf, pastel, aquarel, houtskool en potlood een door de oorlog verwoeste stad. Daarbij volgden ze volgens Filliaert een individueel traject, waarin geen plaats was voor een gezamenlijke strategie. ‘La cave des artistes’ groeide wel vlug uit tot een ontmoetingsplaats, waar naar het buitenland gevluchte kunstenaars als Emile Claus, Emile Verhaeren en Eugène Ysaÿe en ook koning Albert en koningin Elisabeth op bezoek kwamen.

Een prachtige synthese

Hoe moeten we honderd jaar later het werk van deze schilders beoordelen? Het werk van een aantal ervan is na de oorlog niet ten onrechte in de vergetelheid geraakt. Het oversteeg - zoals Luc Filliaert het scherp formuleert - "nooit het niveau van weinig getalenteerde amateurschilders die anders nooit een plaats hadden veroverd op tentoonstellingen en publicaties." De oorlogsproductie van Bastien en een aantal van zijn vrienden was zeer groot, maar ze bleven daarbij meestal vasthangen in hun vooroorlogs academisch realisme, een stijl die op het einde van de oorlog grotendeels voorbijgestreefd was. Toch bevat het werk van leden van de afdeling veel artistieke hoogtepunten. Daarbij denken we aan het indrukwekkende oeuvre van Achiel Van Sassenbrouck, aan de spectaculaire kwaliteit van Marc-Henry Meunier, aan de felle fauvistische kleurvlakken van Médard Maertens en Anne-Pierre De Kat, aan de krachtige penseeltrekken van Jos Verdegem, aan het sterke grafische werk van Joe English … "Hun oorlogsoeuvre vormt vandaag een prachtige unieke synthese, een gevoelig statement van een door de omstandigheden aaneengeklonken kunstenaarsgroep", merkt Luc Filliaert  terecht op. Het is dan ook een uitgelezen kans om via zijn boek en via de uitgebreide selectie van een 70-tal werken in de tentoonstelling in Nieuwpoort kennis te maken met dit oeuvre!

Luc FILLIAERT, De Groote Oorlog op doek. Frontschilders in Nieuwpoort, Academia Press, Gent, 2016, 144 p., ISBN 978-90-382-2588-3, 24,99 euro (de gelijknamige tentoonstelling loopt tot 18 juni 2017 in het bezoekerscentrum Westfront in Nieuwpoort)

Luc De Munck
Curator van de tentoonstelling Elisabeth, de kunstzinnige koningin (nog tot 8 januari 2017 in het cultuurhuis De Scharbiellie in De Panne) en auteur van de bijbehorende publicatie De artistieke contacten van koningin Elisabeth 1914-1918 (De Panne, 2016).

Gregory Vercauteren
Eerste Wereldoorlog
100 jaar Groote Oorlog