Onze man in Swansea, dag 2

Tweede dag in Swansea en tijd voor de GEM conferentie. Plaats van afspraak is opnieuw het National Waterfront Museum. GEM is een Brits erfgoednetwerk dat zich inzet voor de promotie van het formeel en informeel leren als kerntaak van musea. Het bevordert onder meer de uitwisseling van informatie en het onderzoek over museumeducatie én zet zich in voor de professionalisering van educatie in musea. Het thema van dit congres is het meten van de impact die erfgoededucatie heeft op het leven van mensen, het sociaal weefsel, de economie, enzovoort. Gesneden brood voor mijn verblijf hier in Wales!

Voor de petite histoire: in de goedgevulde deelnemerszak zat onder meer een zelfbouwpakketje waarmee kinderen hun eigen gasmasker uit de Tweede Wereldoorlog in elkaar kunnen knutselen. Steph Mastoris gaf de aftrap met een keynote over het Culture & Poverty programma in Swansea. Omdat dit de rode draad vormt van mijn bezoek aan Swansea, zal ik er hier niet verder over uitweiden. U krijgt er een idee over door het lezen van mijn blogberichten of, als u er echt alles over wenst te weten te komen, door deel te nemen aan sessie 5 van het Groot Onderhoud op 27 oktober in Gent.

Tijdens de middagpauze had ik een interessant gesprek met Tom Cosson, adviseur cultuur en armoede bij het Welshe overheidsdepartement Museums, Archives and Libraries, dat de Pioneer Areas coördineert. Hij gaf aan dat het, vanuit het standpunt van de overheid, belangrijk is dat projecten werken met meetbare doelen. Want hoe anders kan je een beleid evalueren? Wàt je meet is een andere zaak: dat kunnen zowel harde data zijn als zachte effecten. Tegelijk is het de kunst om het evenwicht te bewaren tussen een sturend beleid en de autonomie van gedreven mensen die werken in achtergestelde gebieden. Het beste is om mensen en organisaties die goed werken hun ding te laten doen en ervoor te zorgen dat de resultaten van hun projecten worden gematcht aan de beleidsagenda’s. Daarnaast hebben we gepraat over een autochtone hoog opgeleide middenklasse die de dienst uitmaakt in de publiekswerking, beleidsinstrumenten, enzovoort, enzovoort.

Na de lunch (blijkbaar is het op het Britse eiland de gewoonte om boterhammen in driehoeken zonder korst te snijden) was het op naar een sessie over hoe je als museum gemeenschappen kan betrekken bij je werking, hoe je het best met partnerorganisaties kan werken en hoe je het verschil kan maken in de lokale gemeenschap. Het was een hands-onworkshop met interactie van de deelnemers en veel tips en instrumenten. De lesgevers Rosalyn Gee en Zoë Gealy gaven ook nog mee dat je vooral kan leren van wat er mis is gegaan. Daarom houden ze na elk project of evenement met alle partners en medewerkers een bijeenkomst waar geen verslag van wordt gemaakt en waar alles op tafel wordt gegooid, ook die zaken (mislukkingen, valkuilen, spanningen) die nooit in het officiële verslag komen en binnenskamers blijven.

De dag werd afgesloten in het Egypt Centre op de campus van Swansea University. Het Egypt Centre is een klein universiteitsmuseum over de Egyptische oudheid met een geweldige werking naar kinderen en jongeren uit achtergestelde buurten. Ik had al over hun inspirerende werking gelezen in het rapport Culture and Poverty en wou het met mijn eigen ogen zien. Carolyn Graves-Brown (de dame achteraan op de foto), de bezieler en curator van dit museum, nam mij mee doorheen de twee kleine museumzalen. Zoals zo vaak zijn het kleine dingen die veel grootsheid bevatten. Haar verhalen over hoe ze het leven van kinderen en jongeren hebben veranderd en het enthousiasme van de vrijwilligers van alle slag en soort die er rondlopen, maakt dit een groot museum. Meer nog: er zijn grotere erfgoedinstellingen die niet aan de hielen van het Egypt Centre komen als het gaat om vrijwilligerswerking, het werken met mensen met speciale noden en hun impact op de lokale gemeenschap. En dat allemaal met zeer weinig middelen en gelegen op een universiteitscampus die moeilijk bereikbaar is. Chapeau!

Bart De Nil
armoede
Swansea
Werkbezoek / studiereis